29921 |
metselen |
metsen:
mɛtsǝn (L355p Peer)
|
Bij de bouw van stenen huizen met behulp van mortel de afzonderlijke stenen tot een samenhangend, vast geheel verbinden. [Wi 57; S 23; L 1a-m; L 31, 21; N 30, 1b; monogr.]
II-9
|
29996 |
metselzand |
kiezel:
kīzǝl (L355p Peer),
zand:
zant (L355p Peer)
|
Het zand dat bij de bereiding van mortel aan het bindmiddel, bijvoorbeeld kalk of cement, wordt toegevoegd. Doorgaans wordt gebruik gemaakt van rivierzand omdat dit scherp, schoon en ongelijk van korrelgrootte is. In Q 4 werd het zand doorgaans genoemd naar de plaats van herkomst. Ook de woordtypen 'brunssummmer zand' (Q 203), 'helchterse zand' (P 51), 'helchterse' (K 359) en 'lommelzand' (K 353, K 359, P 56) verwijzen naar plaatsen waar zand wordt of werd afgegraven. Zie voor het woordtype 'chape-zand' (L 364) het lemma 'Vloermortel'. [N 30, 36a; N 30, 36b; N 27, 47; L 42, 57; monogr.]
II-9
|
32088 |
meubelmaker |
schrijnmaker:
sxręjnmākǝr (L355p Peer)
|
Ambachtsman die meubels vervaardigt. [N 55, 166a; L 34, 19b; monogr.]
II-12
|
21585 |
mevrouw |
madam (<fr.):
Pier, gèèf medam ins e schoen henneke (L355p Peer),
Pierre gèft Medam `ns e schoe-en henneke (L355p Peer),
Piet gēͅf madam es e schoen henneke (L355p Peer)
|
Piet (Arie), geef madame nu eens een schoon handje [ZND 44 (1946)]
III-3-1
|
20123 |
miauwen |
lollen:
als ze heet zijn
loͅlá (L355p Peer),
miauwen:
mi’auən (L355p Peer)
|
miauwen [Goossens 1b (1960)]
III-2-1
|
24901 |
middag (s middags) |
middag:
middeg (L355p Peer),
middig (L355p Peer),
midáách (L355p Peer),
s achtermiddags:
⁄s achtermiddigs (L355p Peer),
s namiddags:
⁄s nemiddigs (L355p Peer)
|
in de namiddag [ZND 34 (1940)] || middag [RND], [ZND 38 (1942)]
III-4-4
|
17839 |
middagdutje doen |
onderste houden:
oͅnnərste haa-ən (L355p Peer)
|
Hoe noemt ge het wanneer iemand s middags wat gaat slapen ? [ZND 31 (1939)]
III-1-2
|
20573 |
middagmaal |
middag, de -:
i als in bidden
middaag (L355p Peer)
|
namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 12 uur [ZND 18G (1935)]
III-2-3
|
22478 |
middelste kegel |
gek:
de gek (L355p Peer),
varken:
verreke (L355p Peer)
|
Hoe heet de middelste kegel in het kegelspel? [ZND 36 (1941)]
III-3-2
|
17668 |
middelvinger |
middelvinger:
B.v. De middelvingers zijn normaal de langste.
middelvinger (L355p Peer)
|
Middelvinger: de middelste, langste vinger (middelvinger, middelste vinger, langeman, lang(st)e vinger). [N 106 (2001)]
III-1-1
|