e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Peer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pacht? huur: ps. omgespeld volgens Frings.  hīr (Peer), pacht: ps. omgespeld volgens Frings.  paxtə (Peer) pacht, het bedrag dat men jaarlijks betaalt, b.v. voor een bank in de kerk [de paacht?] [N 21 (1963)] III-3-1
pachtboer pachter: paxtǝr (Peer) Halfer e.d. vanwege de helft, die de pachter van de oogst kon behouden. [S 27; Wi 2; monogr.; add. uit A 10, 2bI] I-6
pachten huren: ps. omgespeld volgens Frings.  hīrə (Peer) pachten [werkwoord] [paachte?] [N 21 (1963)] III-3-1
pachtersvrouw pachterse: paxtǝs (Peer) [S 27, Wi 2; monogr.] I-6
pad pad: pad (Peer) pad [Willems (1885)] III-4-2
pad aanmaaien (het is) opengemaaid: ōpǝgǝmɛ̄t (Peer) Zie het voorgaande lemma; hier de werkwoorden en bijvoeglijke naamwoorden. [monogr.; add. uit N 15, 25b] I-4
pad, paadje pad, paadje: pēͅkə (Peer) Steeg (smal straatje). [ZND 07 (1924)] III-3-1
paddestoel (alg.) champignon: eetbare --; gecombineerd met ZND 5 040  šampəljoŋs (Peer), paddestoel: padəstul (Peer), eetbare --; gecombineerd met ZND 5 040  padestiel (Peer), padestoel (Peer) paddestoel [RND], [ZND 15 (1930)] III-4-3
pafferig dik, opgeblazen van lijf papperig opgeblazen: è papperig opgebloaze lijf (Peer) Opgeblazen van lijf (pafferig, pappetig, poesterig, opgezwollen). [N 109 (2001)] III-1-1
paillette paillette (fr.): Op paletten woort er mèt gouddroad en zilveren droad gewerkt.  paletten (Peer) Pailletten. Een plaatje of reepje gouden of zilveren folie, tot versiering van kledingstukken [pailetten, gitten] [N 114 (2002)] III-1-3