17794 |
pijpenkrul |
papillote (fr.):
pappiljöt (L355p Peer),
pijpenkrul:
pijpekrol (L355p Peer)
|
Pijpenkrul. Spiraalvormige haarkrul [pijpenkrul, pijpenlok, papillote] [N 114 (2002)]
III-1-1
|
20876 |
pijpensteel |
mondstuk:
mondstik (L355p Peer),
roer:
roer (L355p Peer),
steel:
steel (L355p Peer)
|
Pijpensteel. Het dunne buisvormige deel van een pijp. [ZND 41 (1943)]
III-2-3
|
33055 |
pikbinder |
zelfbinder:
zɛ.lǝf˱bendǝr (L355p Peer)
|
Machine die niet alleen maait, maar het koren ook tot schoven samenbindt. Zie afbeelding 6. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel [machine] zie het lemma ''maaimachine'' (3.2.18) in aflevering I.3. Kaart 36 is een woordkaart gebaseerd op het materiaal uit dit lemma; kaart 37 is een betekeniskaart, gebaseerd op het materiaal uit dit lemma èn het lemma ''graanmaaimachine'' (4.5.2) en toont waar men met de termen zicht- en pikmachine ofwel de enkelvoudige maaimachine ofwel de combinatiemachine, pikbinder, aanduidt.' [N J, 4a; JG 1a, 1b; monogr.]
I-4
|
23376 |
pilaar |
pilaar:
pileer (L355p Peer)
|
Een pilaar, de pilaren [pielder(s), pilèèr(e)?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
17670 |
pink |
pink:
B.v. De pink is `t klenste; doa zijn er met ne kromme pink geboren.
pink (L355p Peer)
|
Pink, de vijfde, kleinste vinger (pink (pinkel, pinker), kleine vinger). [N 106 (2001)]
III-1-1
|
22366 |
pinkelhoutje |
pijl:
pijl (L355p Peer)
|
Hoe heet het kleine stokje uit 65a dat wegvliegt? [ZND 34 (1940)]
III-3-2
|
23287 |
pinksteren |
pinksten:
pinkste (L355p Peer),
pinksteren:
pinksteren (L355p Peer)
|
Hoe heet de 50e dag na Pasen: Pinksteren of Sinksen? [ZND 40 (1942)] || Pinksteren, de vijftigste dag na Pasen [Sinksen, Pinkste]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
22732 |
pinstokken (voor de slee) |
pikken:
de pikken (L355p Peer)
|
Hoe heten de stokken waarmee een kleine ijsslede wordt voortgeduwd? [ZND 40 (1942)]
III-3-2
|
20060 |
pioen |
boerenroos:
-
boerenroos (L355p Peer),
ook ZND 1 (a-m) en ZND 1u, 007
boerenroos (L355p Peer),
pinksbloem:
ook ZND 1 (a-m) en ZND 1u, 007
pinsbloem (L355p Peer),
pinksterbloem:
2x
pinksterbloem (L355p Peer),
ook ZND 1 (a-m) en ZND 1u, 007
pinksterbloem (L355p Peer),
pioen:
pijune (L355p Peer)
|
Ook mat. van ZND 15 (1930), 018 opgenomen [ZND 05 (1924)] || Pioen (Paeonia officinalis L.)
I-7, III-2-1
|
24364 |
pissebed |
wild varken:
oniscus asellus/oniscus murarius (=ZND 18)
wil verəkə (L355p Peer)
|
pissebed, keldermot [GV K (1935)]
III-4-2
|