e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Peer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
regenbuitje bijs: bijs  bēͅis (Peer) licht regenbuitje [smeer, bui, stoes, getsbui, bies, zauwke] [N 22 (1963)] III-4-4
regenen (alg.) regenen: (⁄t waas zoe goed as zeker, det ⁄t zou) rēͅgene (Peer), regere  reͅgərə (Peer), rengere  reͅŋərə (Peer) regenen [sausen, majemen] [N 22 (1963)] || Regenen. ¯t Was zo goed als zeker, dat het zou regenen. [ZND 46 (1946)] III-4-4
regenpijp buis: bęjs (Peer), goot: gōt (Peer), regenbuis: rē̜gǝbęjs (Peer), ręŋǝrbø̜js (Peer), regengoot: ręŋǝrgōt (Peer) De buis die het regenwater vanuit de dakgoot naar beneden voert. [N 64, 149a; L 24, 23b; L 24, 38; L B1, 160b; monogr.; Vld.] II-9
regenworm piereling: pi:rəleͅŋk (Peer), piering: pi:reͅŋ (Peer), pīērink (Peer), pierling: pierlink (Peer), worm: wörm (Peer) pier, aardworm [Willems (1885)], [ZND 14 (1926)] || worm [Willems (1885)] III-4-2
reiken naar reiken naar: reken (Peer), B.v. as `t vèhr van ohg aaf stiehjet moede rekken met oewehr haahn.  rekken (Peer) Naar iets grijpen [ZND 35 (1941)] || Reiken, met de handen naar iets reiken (naar iets pakken, grijpen). [N 109 (2001)] III-1-2
reis reis: mɛrgən kømt ər wīr van ə reis trech (Peer) Morgen komt hij weer van de reis (terug). [ZND 08 (1925)] III-3-1
rekenen rekenen: rekenen (Peer), rèkene (Peer), rèkenen (Peer) rekenen [ZND 41 (1943)] III-3-1
rekening rekening: ech zal hem ən rēͅkəneŋ stīrən (Peer) Ik zal hem een rekening sturen. [ZND 07 (1924)] III-3-1
relikwie relikwien: relikwieen (Peer) De vereerde overblijfselen van heiligen of zaken die met Christus, Maria of een heilige in aanraking zijn geweest, relieken, relikwieën. [N 96A (1989)] III-3-3
relikwiekastje reliekschrijn: reliekschrijn (Peer) Het kastje waarin relikwieën bewaard worden, reliekschrijn. [N 96A (1989)] III-3-3