e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Peer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
slokdarm slokdarm: B.v. de slokdehrm doa giegeht eten door noa de maag.  slohkderm (Peer) Slokdarm (slikdarm, krop, gorgel). [N 109 (2001)] III-1-1
slons (slodder?) salade: slo[o}t (Peer), sloor: slūr (Peer) Een slodder, slons, sloor (vuil wijf). [ZND 06 (1924)] III-1-4
slot slot: slōt (Peer) Toestel dat als sluiting op deuren wordt aangebracht, waarbij door middel van een sleutel een schoot of tong wordt uitgeschoven die in een gat in de stijl van het kozijn valt. [N 54, 94b; L 6, 73a; S 33; monogr.] II-9
sluik haar geen kapsel van te maken: giehje kapsel van te maken (Peer), stekelhaar: stèkkelhoar (Peer) Recht, sluik haar (stijf/plat haar, pemelen, piezelen, stekelhaar). [N 109 (2001)] III-1-1
sluipen sluipen: ne normale mens sluipt nie (Peer) Sluipen: zich in alle stilte voortbewegen, zodat niemand het merkt (sluipen, kruipen, gluipen) [N 108 (2001)] III-1-2
smaak goesting: B.v. smaak is goesting.  goesting (Peer), smaak: B.v. smaak is goesting.  smaak (Peer) Smaak (smaak, goesting). [N 109 (2001)] III-1-1
smalle buikriem buikband: bǫu̯k˱ba.nt (Peer) Riem of ketting die onder de buik van het paard doorloopt en beide strengen verbindt. Vergelijk ook lemma Brede Buikriem. [JG 1b, 1c, 1d, 2c; N 13, 61] I-10
smalle weg, pad paadje: pękǝ (Peer) Een smalle weg, een pad in het algemeen. In L 40, 25 werd gevraagd naar de dialectwoorden voor ø̄een smalle weg, een padø̄ en in N M, 5 naar die voor ø̄een pad of een veeweg door een weiø̄. Omdat er in de antwoorden op beide vragen veel overlapping zat, zijn deze in √©√©n lemma ondergerbacht. Uiteraard duiden woorden als veeweg, weiweg, koegang e.a. specifiek op een weg door een wei. [N M 5; N P, 2; S 27; L 40, 25; R I, 3; A 25, 6 add.; L 19B, 6; monogr.] I-8
smeden smeden: smēǝn (Peer) In het algemeen de vorm van, doorgaans gloeiende, stukken metaal veranderen door ze met een hamer te bewerken. Bij het ɛuitsmedenɛ en ɛuithalenɛ wordt de lengte of de vorm van het stuk metaal groter, terwijl de dikte afneemt. Zie ook het lemma "uitsmeden van een splits" en het lemma "uittrekken, uithalen" in Wld II.3, pag. 140. Bij het (op)stuiken wordt de dikte van het metaal vergroot, terwijl de lengte afneemt. Tot het smeedwerk wordt ook het lassen gerekend. Zie ook de toelichting bij deze lemmata.' [N 33, 1c; Wi 39; S 33; monogr.] II-11
smeulen smeulen: het smeelt onder de asch (Peer), smokken: Een eerste invuller schreef \'smoekt\', de tweede invuller heeft de \'s\' doorstreept en de mededeling \"zonder vuur (hooi)\"toegevoegd.  het smoekt onder de asschen (Peer), zilteren: Opgave van de tweede invuller.  het ziltert onder de asschen (Peer) Hoe zegt ge wanneer iets brandt zonder vlam ? Het ... onder de as [ZND 42 (1943)] III-2-1