33916 |
dempig |
dempig:
dɛmpex (L355p Peer)
|
Gezegd van runderen of paarden met dempigheid, een bemoeilijking van de ademhaling; bij runderen is het vaak een naziekte van het mond- en klauwzeer. Het paard vertoont een versnelde ademhaling, gepaard met een temperatuursverhoging en hoesten. Dempigheid of kortademigheid is niet chronisch, in tegenstelling tot ''cornage'' (7.38). [JG 1b; A 48A, 38a; L 1, a-m; L 23, 1a en 1b; N 8, 87, 88 en 89a; N 52, 24; S 6]
I-9
|
19048 |
denken |
denken:
ech dɛŋk, vɛ̄ dɛŋkən (L355p Peer)
|
ik denk, wij denken (of peinzen?) ik dacht het wel, wij dachten het ik heb het gedacht [ZND 08 (1925)]
III-1-4
|
24476 |
dennenappel |
dennenknop:
verzamelfiches; ook ZND01, u 31
deͅnnəknøp (L355p Peer)
|
dennenappel [ZND 01 (1922)]
III-4-3
|
22087 |
dennennaalden |
dennennaalden:
dennŏ-ellen (L355p Peer),
dennø̄i̯lən (L355p Peer)
|
dennenaald [ZND 01 (1922)]
III-4-3
|
19167 |
deugniet |
bandiet:
bandiet (L355p Peer),
crapule (fr.):
crapul (L355p Peer),
deugeniet:
deegeniet (L355p Peer),
ook materiaal znd 23,4
degeniet (L355p Peer),
deugniet:
deugniet (L355p Peer),
ook materiaal znd 23,4
deegniet (L355p Peer),
degnit (L355p Peer),
dief:
dief (L355p Peer),
ondeugend kind:
ondegend kint (L355p Peer, ...
L355p Peer),
onnutterik:
onnieterik (L355p Peer, ...
L355p Peer),
schelm:
schelm (L355p Peer),
schooier:
schooier (L355p Peer),
sloeber:
sloeber (L355p Peer),
strop:
strop (L355p Peer),
vagebond:
vagebond (L355p Peer),
vlegel:
vlegel (L355p Peer)
|
deugniet [ZND 01 (1922)] || een ondeugend kind [ZND 40 (1942)] || kent ge ook een woord of uitdrukking met dezelfde betekenis zonder het woord kind, b.v. een ondeugd, of iets dergelijks ? [ZND 40 (1942)] || welke woorden gebruik je om een boef, een deugniet, aan te duiden (op sommige plaatsen gebruikt men rabauw, respeel, raspalie, enz.) ? [ZND 41 (1943)]
III-1-4
|
18291 |
deuk in een hoed |
buts:
een bitz (L355p Peer),
’n bits (L355p Peer),
dumpel:
dumpel (L355p Peer),
dūmpel (L355p Peer)
|
een deuk [ZND 33 (1940)]
III-1-3
|
19684 |
deur |
deur:
dēǝr (L355p Peer)
|
[rnd 109; S 6; L 1 a-m; L 12, 5; L A2, 265; monogr.; Vld.; div.]
II-9
|
21493 |
deurwaarder |
huissier (fr.):
huissier (L355p Peer),
hussier (L355p Peer),
nossier (L355p Peer),
ussier (L355p Peer)
|
deurwaarder [ZND 33 (1940)]
III-3-1
|
23652 |
devotiecommunie |
devotiemis:
devotiemes (L355p Peer)
|
De devotie-communie. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18035 |
diarree |
aan de schijt zijn:
ān dǝ sxē̜i̯t zē̜i̯n (L355p Peer)
|
Buikloop. Te dunne ontlasting, meestal veroorzaakt door een min of meer ernstige ontsteking van de darmen. Zie ook het lemma ''diarree'' in wbd I.3, blz. 472-474. [N 3A, 91, 99; A 48A, 52; monogr.]
I-11
|