e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Peer

Overzicht

Gevonden: 3663
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
draagriem licht: lext (Peer) Riem die op het lagere middengedeelte van het schoftzadel wordt gelegd en die twee lussen bevat die de berries van de kar ophouden. [JG 1b, 1c, 2a, 2b; N 13, 70] I-10
draagriem van het kerkvaandel vlaggenriem: vlaggeriem (Peer) De riem waarmee het vaandel gedragen wordt [vanehelp]. [N 96C (1989)] III-3-3
draaiende karnton rolvat: rǫlvāt (Peer) De karnton wordt met een zwengel of een wiel zelf rondgedraaid. Deze ton, waarin de boter door draaien wordt gemaakt, draait zelf mee. Zie voor de fonetische documentatie van (boter) en (botter) het lemma ''boter'' (12.14) in deze aflevering. [N 12, 51, 56 en 58; L 1a-m; L 27, 30 en 69; JG 1a, 1b, 1d, 2c; Ge 22, 10, 26, 29, 34 en 37; A 7, 19; S 17; monogr.] I-11
draaihek poort: pōrt (Peer) Een hek dat op scharnieren of haken draait aan de ingang van een wei, gemaakt van prikkeldraad of houten latten. [N 14, 68a; N M, 5; A 25, 5d; L B 19, 6; monogr.] I-8
drachtig drachtig: draxtex (Peer) [N 3A, 33] I-11
drachtige merrie vol: vǫ.l (Peer) De merrie "behoudt", als men na een drietal weken zekerheid heeft dat ze drachtig is; bij een miskraam "verwerpt" ze. [JG 1a, 1b; N 8, 50a] I-9
draden of randen van peulvruchten ringen/randen: rān (Peer) [Goossens 1b (1960)] I-7
dragen dragen: dragen (Peer, ... ), drāgən (Peer) dragen [ZND 25 (1937)], [ZND m] III-1-2
drager van het baldakijn baldakijndrager: baldakijndragers (Peer) Een drager van de troonhemel [himmelsdreëjer]. [N 96C (1989)] III-3-3
drager van het kerkvaandel vlaggendrager: vlaggendrager (Peer) De drager van het vaandel [vanedreëjer]. [N 96C (1989)] III-3-3