e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Peer

Overzicht

Gevonden: 3663
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
geit geit: gē̜i̯t (Peer), gē̜t (Peer), gɛ̄.t (Peer), gɛ̄ǝt (Peer), met: mɛt (Peer) Geit in het algemeen. Ten aanzien van germ merken enkele informanten (L 292 (Heythuysen), Q 99 (Meerssen), 111* (Ransdaal)) op dat hiermee een vrouwelijke geit wordt bedoeld. Zie afbeelding 7. [N 77, 74; L 14, 32; A 9, 20; JG 1a, 1b; Wi 7; NE I, 16; AGV, m3; Gwn 5, 13; Vld.; monogr.; S, Q 105 add.; S 10, add.] I-12
geitestal geitestal: gɛ̄tǝ[stal] (Peer) De ruimte in de stal waar de geiten zich bevinden. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (stal) het lemma "stal" (2.1.2). [L 38, 29; A 10, 9g; monogr.] I-6
gek dwaas: dwaas (gek) (Peer), gek: gek, stom (Peer) dwaas". Uitspraak + betekenis [ZND 33 (1940)] III-1-4
geknield zitten op de knien zitten: op de kneijen zitten (Peer) (onder de consecratie) knielen, geknield zitten, op de knieën zitten [óp en kneije zitse?]. [N 96B (1989)] III-3-3
gekookte hersens gekookte harsens: Syst. Frings  gəkōͅk˂də hoͅrsəs (Peer) Gekookte hersens (frikkedellen, sepieten?) [N 16 (1962)] III-2-3
gekruld haar gekruld haar: gekrold her (Peer), krullenhaar: krolle haor (Peer) hij heeft gekruld haar [ZND 35 (1941)] III-1-1
geld franks: ps. omgespeld volgens Frings.  fraŋs (Peer), geld: ge moet geld hemmen om te konne betalen (Peer, ... ), ge moet uw geld niet in `t water gooien (Peer), geld (Peer, ... ), gelt (Peer), geͅlt (Peer), hei is pa z`ne jas en moen er geld, pa z`n kouw en pa z`ne hond (Peer), hij is pa z`nne jas en moen er geld, pa z`n kau en pa z`nnen hōnd (Peer), hêj es Pa zinne jas en moen heer geld, pa zin kouw en pa zinnen hond (Peer), ich bin me geld kwijt (Peer), moen bij wie moet ig da geld halen (Peer), moen, bij wie moet ik geld halen (Peer), moen, boe moet ich geld halen (Peer), xaelt (Peer), ps. omgespeld volgens Frings.  geͅlt (Peer), pieten: ps. omgespeld volgens Frings.  pitə (Peer), poen: ps. omgespeld volgens Frings.  pūn (Peer) Ge moet uw geld niet in het water gooien (smijten, werpen, ...) [ZND 44 (1946)] || geld [RND], [ZND 14 (1926)], [ZND 44 (1946)] || Geld in het algemeen; hierbij ook graag allerlei uitdrukkingen [geld, sens, poen, swis, oorden enz.] [N 21 (1963)] || Hier is vader zn jas en moeder haar geld; vader zn doe en vader zn hond [ZND 44 (1946)] || Hoe zegt ge in uw dialect: "ge moet geld hebben om kunnen te betalen"of "ge moet geld hebben om te kunnen betalen"? De gehele uitdrukking weergeven. [ZND 36 (1941)] || Ik ben mijn geld kwijt [ZND 29 (1938)] || Moeder, bij wie moet ik geld halen ? [ZND 44 (1946)] III-3-1
gele lupine lupinen: lǝpīnǝ (Peer) Lupinus luteus L. Een 30 tot 60 cm hoge plant met een uit gele, lipvormige bloempjes bestaande bloempluim, die bloeit van juni tot september, boonvormige vruchtjes draagt en vooral op zandgronden als bemestingsgewas wordt geteeld. [N Q, 4a; N 11A, 29a en 29b; JG 1a, 1b; A 55, 3b; NE 1, 18; R 3, 30; monogr.] I-5
gelezen mis gelezen mis: geleeze mes (Peer), stille mis: stil mes (Peer) Een gelezen, stille mis [lèèsmis, sjtil mès?]. [N 96B (1989)] III-3-3
gelijken (op) gelijken: gelijken (Peer, ... ), trekken op: trekken op (Peer, ... ) gelijken [ZND 25 (1941)] III-4-4