e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Peer

Overzicht

Gevonden: 3663
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
goede- opbrengst geven (goed) schieten: sxitǝ(n) (Peer) Werkwoordelijke uitdrukking van het vorige lemma "de oogst levert goed op", "staat er goed voor". Zeer algemene uitdrukkingen als "(de oogst) staat goed" of "(de oogst) staat schoon" zijn hier niet opgenomen. Vergelijk ook het lemma ''groeien'' (1.1.4). [N 15, 12; monogr.; add. uit N 15, 10 en 11; L 5, 39; L 39, 39] I-4
goedheid goedigeheid: ook materiaal znd 24, 20  goetigehet (Peer), goedigheid: ook materiaal znd 24, 20  goetighĕd (Peer) goedheid [ZND 01 (1922)] III-1-4
goedkoop goedkoop: da is goë koëp (Peer), des te goeie koe-ep (Peer), deͅ is gooie koeb (Peer), deͅs goiekūp (Peer) Dat is goedkoop [ZND 24 (1937)] III-3-1
goedkoopst bestekoop: bestekoeb (Peer), beͅste koe-ep (Peer), goedkoopste: goedkoëpste (Peer), goiekūpste (Peer) goedkoopst [ZND 24 (1937)] III-3-1
goedkoper beterkoop: baiter koe-ep (Peer), bēͅterkūp (Peer), bèter koëp (Peer), bèterkoeb (Peer) goedkoper [ZND 24 (1937)] III-3-1
goedzak goede jong: t es zu əne goiə jong (Peer), goede kloot: ook materiaal znd 24, 22  goeie kloet (Peer), goede sijs: ook materiaal znd 24, 22  gooie sies (Peer), goede zak: ook materiaal znd 24, 22  gooie zak (Peer), lummel: ook materiaal znd 24, 22  limmel (Peer), sul: ook materiaal znd 24, 22  sul (Peer) goedzak [ZND 01 (1922)] || t Is zulk een goeie jongen. [ZND 08 (1925)] III-1-4
gooien gooien: gooi-je (Peer), gooien (Peer, ... ), gōien (Peer), smijten: smijten (Peer, ... ), smijtən (Peer) Ge moet uw geld niet in het water gooien (smijten, werpen, ...). [ZND 44 (1946)] || niets op de grond werpen ! [ZND 24 (1937)] || smijten [ZND 25 (1937)], [ZND m] III-1-2
gootsteen pompbak: poͅmbák (Peer), watersteen: watərstin (Peer) bak waarin men afwast [N 20 (zj)] III-2-1
gouden twintig frank goudstukje: ps. omgespeld volgens Frings.  ə gōͅu̯t stekskə (Peer), napoleon: ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).  na⁄poleon (Peer) Betekenis en uitspraak van: napoleon? Uitspraak en betekenis. [N 21 (1963)] || gouden munt van 20 franc [N 21 (1963)] III-3-1
graaf graaf: Ene graaf (Peer), grāf. (Peer), ne graaf. (Peer) Graaf. [ZND 35 (1941)] III-3-1