e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L381b plaats=Pey

Overzicht

Gevonden: 1062
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kooksel kook, de -: də kook (Pey), kook (Pey), kooksel: kaoksəl (Pey), kóóksel (Pey) kooksel; Hoe noemt U: Het gekookte, het kooksel (kokenage, kook, zooi) [N 80 (1980)] III-2-3
koolmees, mees bijmus: biejmös (Pey, ... ), biemös (Pey, ... ), bīmös (Pey) Hoe heet de koolmees? [DC 06 (1938)] III-4-1
koolraap kolraap: kolrààp (Pey), kolráábe (Pey), koolraapje: kolrêêpkes (Pey) De koolsoort die aan de stronk vlak boven de grond ronde raapvormigeknollen heeft die eetbaar zijn (raapkool, koolrabie, koolraap, bagger, knolraap). [N 82 (1981)] || Koolraap; de dikke vlezige wortel (onder de grond) van de plant met dezelfde naam die als groente of als veevoer wordt gebruikt (koolraap, raapkool, knolraap). [N 82 (1981)] I-7
koolwitje koolvlinder: köəlvlindər (Pey) koolwitje [DC 18 (1950)] III-4-2
kopen kopen: kŏwpə (Pey) kopen (geen context) [DC 37 (1964)] III-3-1
koper poetsen koper poetsen: kōpər putsə (Pey), poetsen: putsə (Pey) metaal met behulp van vloeibare of zachte poetsmiddelen vlekvrij en glanzend maken [DC 15 (1947)] III-2-1
korenbloem blauwbloem: -  blawblo:m (Pey), korenbloem: -  kaorebloom (Pey), koarəblo:m (Pey) korenbloem [DC 13 (1945)] III-4-3
korst korst: kóóst (Pey) korst; de harde buitenkant van kaas, brood, een pasteitje noemt men in het Nederlands korst. Gebruikt men dit in uw dialect ook? Zo ja, hoe wordt het uitgesproken? [DC 44 (1969)] III-2-3
kotelet, ribstuk rindskotelet: rènjs-kŏrtəlèt (Pey) gebraden runderrib [DC 30 (1958)] III-2-3
koud, mistig en somber weer heiig: heiigh (Pey), mistig (weer): mistig (Pey, ... ), mokweer: mòkwèr (Pey), mottig (weer): möttich (Pey), nevelig (weer): neveligh (Pey), zuurkoud: zoer kaöwd (Pey) koud en mistig, gezegd van het weer [muur] [N 81 (1980)] || mist, gezegd van het weer [muur] [N 81 (1980)] || mistig weer [motlucht, moorweer, mokweer] [N 81 (1980)] III-4-4