e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L381b plaats=Pey

Overzicht

Gevonden: 1062
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
staan staan: staon (Pey, ... ), stoan (Pey) staan [DC 02 (1932)] III-1-2
staart staart: stert (Pey, ... ), stĕrt (Pey) staart [DC 02 (1932)] III-4-2
stadsomroeper klepperman: klipperman (Pey) de persoon die in een stad of dorp gemeentelijke berichtgeving mondeling bekend maakt [stadsomroeper, belleman] [N 90 (1982)] III-3-1
stallen stallen: stalle (Pey) [voertuigen, rijwielen enz.] in een garage of bewaarplaats zetten [stallen, stationeren, garen] [N 90 (1982)] III-3-1
stam van de boom bol: böl (Pey), stam: stam (Pey) Het deel van een boom van de wortels tot aan de takken (stam, bol). [N 82 (1981)] III-4-3
stam van de knotwilg kok: zo noemt men het ook  kŏk (Pey), wilgenkok: wilgekok (Pey) de ± 2 m. hoge stam van de knotwilg [DC 13 (1945)] III-4-3
station statie (<lat.): staasje (Pey) de plaats van aankomst en vertrek van treinen [station, statie, halte] [N 90 (1982)] III-3-1
steeg, steegje gang, gangetje: gengske (Pey), gats, gatsje: getske (Pey), steeg, steegje: steeg (Pey), steegske (Pey) een smalle, armoedige straat [slop, straatje, steeg, gats] [N 90 (1982)] || steegje; Hoe noemt men een smal - tussen de huizen? [DC 31 (1959)] III-3-1
steen kern: kéér (Pey), steen: stein (Pey) De pit van een steenvrucht (kern, steen, pit, baak, teel, kelling). [N 82 (1981)] III-2-3
steenkool kolen: koalə (Pey) kolen [DC 35 (1963)] III-2-1