19310 |
durven |
dorren:
dŭrrə (L381b Pey)
|
durven (geen context) [DC 37 (1964)]
III-1-4
|
21418 |
duur |
duur:
dūr (L381b Pey)
|
duur: Dit grote huis wordt me te -, ik ga kleiner wonen [DC 35 (1963)]
III-3-1
|
21165 |
dwarsbalk |
biel:
bil (L381b Pey)
|
de houten, stalen of gewapend betonnen dwarsbalk waarop de rails bevestigd zijn [biels, biel] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
19504 |
dweil |
dweil:
dweͅi̯əl (L381b Pey),
dwɛi̯əl (L381b Pey)
|
grove doek waarmee vloeren, stoepen, etc samen met water worden schoongemaakt [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
19657 |
dweilen |
dweilen:
dweͅi̯ələ (L381b Pey),
dwɛi̯ələ (L381b Pey)
|
stenen of houten vloeren, stoepen, etc. met behulp van water en een grove doek schoonmaken [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
24957 |
eb, laagtij |
eb:
èp (L381b Pey)
|
eb, teruggaan van het water van de zee en de toestand van laag water [N 81 (1980)]
III-4-4
|
20394 |
echtgenoot |
mens:
mins (L381b Pey, ...
L381b Pey,
L381b Pey)
|
(man. ) Bestaat er een woord voor man in de beteekenis van echtgenoot? [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20391 |
echtgenote |
vrouw:
vrow (van -) (L381b Pey),
vrouw van ....(naam man)
vròw (van -) (L381b Pey)
|
(vrouw; ) bestaat er een afzonderlijk woord voor vrouw in de beteekenis van echtgenoote? [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
24436 |
eekhoorn |
eekhoorntje:
ingkörke (L381b Pey),
èngkörkə (L381b Pey),
eekkats:
eikets (L381b Pey),
eekkatsje:
inketske (L381b Pey)
|
eekhoorn [DC 07 (1939)]
III-4-2
|
20505 |
een borrel drinken |
drinken:
drenkə (L381b Pey),
een drupje drinken:
ei dröpke drénke (L381b Pey),
zich een pitsen:
zich eine pitsə (L381b Pey)
|
jenever drinken; Hoe noemt U: Jenever drinken (proeven, likken) [N 80 (1980)]
III-2-3
|