e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Pey

Overzicht

Gevonden: 1062
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
karper karp: kerp (Pey), karper: karper (Pey) Hoe noemt u de karper: een zoetwatervis die voorkomt in stilstaande en traag stromende wateren. Hij heeft een lange rugvin, de buikvinnen staan ingeplant achter de borstvinnen, ongeveer gelijk met het begin en het einde van de rugvin. De bek heeft dikke e [N 83 (1981)] III-4-2
kast kast: kast (Pey) kast [DC 39 (1965)] III-2-1
kastplank schap: šāp (Pey) plank in een kast [DC 16 (1948)] III-2-1
kat kat: kat (Pey), miem: miem (Pey) Hoe noemt u een kat (poes, mies, kat, balkhaas, zandhaas, marol) [N 83 (1981)] III-2-1
katapult katapult: kattepöl (Pey), katəpöl (Pey) Hoe noemt men het speeltuig, bestaande uit een gevorkt takje, aan de uiteinden waarvan een elastiekje is vastgemaakt en waarmee jongens steentjeswegschieten? [DC 23 (1953)] III-3-2
kauw dool: daol (Pey), dooltje: dölke (Pey, ... ) Hoe heet de kauw? [DC 06 (1938)] III-4-1
kauwen knauwelen: knouwelə (Pey), knàwwələ (Pey), knâûwele (Pey) kauwen; Hoe noemt U: Voedsel met de tanden en kiezen fijnmaken (kauwen, knauwen) [N 80 (1980)] III-2-3
keel, strot keel: kail (Pey), kèl (Pey), strot: straot (Pey), strōāt (Pey) keel (uitwendig) (strot) [DC 01 (1931)] III-1-1
keffen keffen: kèffe (Pey, ... ) Hoe noemt u hoog en snel blaffen, vooral van kleine honden (keffen, kneffen) [N 83 (1981)] III-2-1
kennen kennen: kènnə (Pey) kennen (geen context) [DC 37 (1964)] III-1-4