e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Pey

Overzicht

Gevonden: 1062
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kous: algemeen hoos: Die hoas is gans reg, d’r reendj gen minderinge in ’t bein (Pey), haos (Pey, ... ), Het bein van die hoas is te kort (Pey), hoas (Pey, ... ) Die kous is helemaal recht, er zitten geen minderingen in het been. [DC 14A (1946)] || Het been van die kous is te kort. [DC 14A (1946)] || Hoe noemt men de kous (de lange beenbedekking van den mensch)? [DC 09 (1940)] III-1-3
kousenband bindel: bènjel (Pey) kousenband [N 07 (1961)] III-1-3
kraamverzorgster verpleegster: verpleegster (Pey), verpleegstər (Pey) kraamverpleegster; gediplomeerde verzorgster moeder/kind [DC 12a (1943)] III-2-2
kreek, stilstaand water kreek: kreek (Pey) kreek, klein, smal, veelal stilstaand water, vaak een overblijfsel van een overstroming of van de vroegere loop van een rivier [kil] [N 81 (1980)] III-4-4
krekel krekel: krekel (Pey, ... ) krekel [DC 07 (1939)] III-4-2
kreupel kreupel: kroeupel (Pey), i.e. iem. die niet voor zijn taak berekend is.  kröppel (Pey) Kreupel - Kent men in uw dialect het volgende woord in dezelfde of een min of meer afwijkende vorm, zoals b.v. krepel naast kreupel. [DC 17 (1949)] III-1-2
kreupelhout slaghout: sláághout (Pey) Laag houtgewas met dooreengegroeide stammen en takken (onderhout). [N 82 (1981)] III-4-3
krib in de rivier kribje: kripskə (Pey) krib, dam van rijswerk, stenen en aarde om de bedding van een rivier te versmallen en zo de stroom te versterken, loodrecht of schuin op de oever aangebracht [bol] [N 81 (1980)] III-4-4
krijsen kweken: kwááke (Pey) een hard schreeuwend geluid maken, gezegd van vogels (kèken, krijsen) [N 83 (1981)] III-4-1
krom, met bochten krom: krŏĕmp (Pey), krömp (Pey) afwijkend van een rechte lijn met een of meer bochten [krom, kromp, slom] [N 91 (1982)] || krom (kromp, slom) [DC 35 (1963)] III-4-4