17983 |
kwaal |
kwaal:
kwaol (L381b Pey, ...
L381b Pey),
kwoal (L381b Pey)
|
kwaal [DC 02 (1932)]
III-1-2
|
24341 |
kwaken |
kwaken:
kwááke (L381b Pey)
|
Hoe noemt u een kwakend geluid maken, gezegd van kikkers (kwaken) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
21419 |
kwartje |
kwartje:
kwartjə (L381b Pey)
|
kwartje: Hier heb je een kwartje voor een ijsje [DC 41 (1966)]
III-3-1
|
24880 |
kweek |
puinen:
-
puinen (L381b Pey),
gewone ui
puinə (L381b Pey)
|
kweek (Agropyrum repens) [DC 26 (1954)]
III-4-3
|
19980 |
kwispelstaarten |
kwispelen:
kwispele (L381b Pey),
met de staart slaan:
mit de stert slaon (L381b Pey)
|
Hoe noemt u de staart heen en weer bewegen, als teken van vriendschap, gezegd van honden (kwispelen, kwipselen, kwipselstaarten, kwispelstaarten) [N 83 (1981)]
III-2-1
|
24925 |
laag grond |
laag:
laog (L381b Pey)
|
laag grond [laag, scheel, bank] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
18301 |
laars tot of boven de knie |
gamasche:
kermasje (L381b Pey),
stevel:
stevele (L381b Pey, ...
L381b Pey),
stēvələ (L381b Pey)
|
Hoe noemt men de laarzen (die tot of boven de knie reiken)? [DC 09 (1940)]
III-1-3
|
24917 |
landstreek |
omgeving:
ömgeving (L381b Pey),
streek:
stjreek (L381b Pey),
stréék (L381b Pey)
|
landstreek, gebied dat door bijv. tradities, landschap, taal enz een zekere eenheid vormt [contrei, streek, strom] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
24418 |
langpootmug |
hooiwagen:
huiwage (L381b Pey),
huiwááge (L381b Pey)
|
Hoe noemt u de grote mug met bijzonder lange, breekbare poten (langpootmug, horlogemaker, glazemaker, snijder) [N 83 (1981)] || langpootmug [DC 18 (1950)]
III-4-2
|
25079 |
langzaam, traag |
langzaam:
ps. boven de a (van lang..) staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken (of toch omspellen: [langsÅm]?).
langsām (L381b Pey)
|
langzaam (lui, traag, stil, telijig) [DC 39 (1965)]
III-4-4
|