e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Pey

Overzicht

Gevonden: 1062
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
selderij selderie: selderie (Pey) Selderij; de welbekende schermbloemige moesplant die gekweekt wordt als soepgroente waarvoor zowel de blaadjes en de stengel als de wortel gebruikt wordt (selderij, selderie, selder, seljer). [N 82 (1981)] I-7
sering kruidnageltje: -  kroednaigəlkəs (Pey, ... ), kroetnaegelkes (Pey, ... ) [DC 17 (1949)]sering [DC 17 (1949)] I-7, III-4-3
sigarenpijpje sigarenpijpje: segāārepīēpke (Pey), spit: sjpit (Pey), spitsje: spitske (Pey), spitskə (Pey) sigaarhouder; Hoe noemt U: Pijpje waarin men een gedeeltelijk opgerookte sigaar steekt om hem helemaal op te kunnen roken (spit) [N 80 (1980)] III-2-3
sik sik: sik (Pey, ... ) sik (onder aan de kin of aan de onderlip?) [DC 01 (1931)] III-1-1
sjalot sjalot: mv -te  sjalot (Pey), sjarlot: sj6rlot (Pey), sjarlötte (Pey) [DC 13 (1945)]Een sjalot, een soort van kleine ui (sjalot, sjarlot, schaloeneke). [N 82 (1981)] I-7
sjees sjees (<fr.): sjéás (Pey) een licht, hoog tweewielig rijtuig met een kap [sjees] [N 90 (1982)] III-3-1
slaan slaan: slaon (Pey, ... ), slaon dich um dien oàre (Pey), sloan (Pey), sloan dich oem dīn oeārə (Pey) ik sla je (met de potlepel) om je oren [DC 03 (1934)] || slaan [DC 02 (1932)] III-1-2
slag klap: klap (Pey) Klap. Hij gaf me een klap op mijn schouders. [DC 17 (1949)] III-1-2
slak slak: slek (Pey), slĕk (Pey) slak [DC 17 (1949)] III-4-2
slakkenhuis slakkenhuisje: slekkehuske (Pey), slĕkkənhŭskə (Pey) slakkenhuis [DC 17 (1949)] III-4-2