e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Posterholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
karspringer karspringer: kɛršprɛŋǝr (Posterholt) Ongeduldig paard dat tijdens het afspannen tussen de berries uitspringt, wat moeilijk af te leren is. [N 8, 84a] I-9
kast kast: kas (Posterholt), kast (Posterholt) kast [N 56 (1973)], [SGV (1914)] III-2-1
kast voor liturgische gewaden opbergkast: opbergkaste (Posterholt) De kast(en) waarin deze gewaden liggend worden opgeborgen. [N 96A (1989)] III-3-3
kastplank kastplank: kasplaŋk (Posterholt) plank in een kast [N 56 (1973)] III-2-1
kastslot kastslot: kasšlǭt (Posterholt) Slot met één schoot die met behulp van een sleutel kan worden weggeschoven. [N 54, 103g] II-9
kat kat: kat (Posterholt) kat [SGV (1914)] III-2-1
katapult katapult: kattepultj, kattepult (Posterholt), *: verouderd.  kattepuul (Posterholt) Katapult. III-3-2
kathedraal kathedraal: kattedraal (Posterholt) Een kathedraal. [N 96A (1989)] III-3-3
katholiek katholiek (<fr.): katholiek (Posterholt) katholiek [SGV (1914)] III-3-3
katoen katoen: katūn (Posterholt) Uit katoendraden geweven stof. Leverancier van de katoendraad is een kruid-, struik- of boomachtige plant ø̄voor het grootste deel verbouwd in Noord-Amerika, Zuid-Amerika, Egypte (macco of mako), Oost-Indië, China, Ethiopië en Ruslandø̄ (Bonthond, s.v. ø̄katoenø̄). [N 62, 85; N 62, 77; N 62, 75c; N 59, 201; MW; L 1a-m; L 27, 73; L 41, 40a; S 17; monogr.] II-7