e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Posterholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kieuwen kieuwen: WLD  kiewe (Posterholt), kieven: keève (Posterholt), kēēf (Posterholt) Hoe noemt u de vlezige platen aan de kop van een vis waardoor hij ademhaalt (kieuw, koen, wam) [N 83 (1981)] || kieuw [SGV (1914)] || kieuwen (mv.) [SGV (1914)] III-4-2
kieuwen (wbd) roepen: roope (Posterholt) uit de verte roepen [kieuwen] [N 87 (1981)] III-3-1
kiezel, kiezelsteen kies: kies (Posterholt) kiezel [SGV (1914)] III-4-4
kiezen uitkiezen: oetkeeze (Posterholt) een keus doen uit een aantal voorwerpen of personen [fineren, begeren, uitmunten, uitkiezen] [N 85 (1981)] III-1-4
kikker kwekkerd: kwĕkkert (Posterholt), kwɛkərt (Posterholt) kikvors, puit [RND] || kikvorsch [SGV (1914)] III-4-2
kikkerdril kwakkerdengegeut: kwɛkərtəgəgøͅ.ət (Posterholt) kikkerrit [RND] III-4-2
kikkerdril (2, bewerkt) (-)geut, gegeut: kwɛkərtəgəgøͅ.ət (Posterholt) kikkerrit [RND] III-4-2
kin kin: kin (Posterholt) kin [DC 01 (1931)] III-1-1
kind (troetelnaam) liefje: leveke (Posterholt) het liefkozend woord van ouderen voor kinderen [doeleke, dooier, fies, kadolleken, zoeteken, krotte, schijtgat, drulleke, hummel, etc.] [N 87 (1981)] III-2-2
kinderbalken kinderbalken: kenjǝrbɛlǝk (Posterholt) Kleinere balken die op de moerbalken worden gelegd om er de zoldering op te kunnen maken. [N 54, 120f] II-9