e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Posterholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
korte overjas jekker: jekker (Posterholt) overjas, korte ~ [jekker, joep, stoep, baadje] [N 23 (1964)] III-1-3
korter maken afkorten: aafkorte (Posterholt) een af te leggen afstand korter maken door een rechtere weg te nemen (richten) [N 90 (1982)] III-3-1
kortwieken afsnijden: āfšnii̯ǝ (Posterholt) Men kort de vleugels van een kip, opdat ze niet kan wegvliegen. Een object ''kip'' of ''vleugels'' is niet gedocumenteerd. [N 19, 53; S 19; L 28, 35; L 1a-m; monogr.] I-12
kostbaar duur: duur (Posterholt) veel geld waard (zijn) [durabel, kostelijk, kostbaar] [N 89 (1982)] III-3-1
koster koster: köstər (Posterholt), kø͂ͅstər (Posterholt) De koster [köster, kuster, keuster?]. [N 96B (1989)] || koster [RND] III-3-3
kosteres kosteres: kø͂ͅstəreͅs (Posterholt) Een vrouw die het kostersambt uitoefent [kosteres, kosterin, kosterse?]. [N 96B (1989)] III-3-3
kostganger kostganger: kostgänger (Posterholt) kostganger [SGV (1914)] III-3-1
kostschool kostschool: kossjool (Posterholt) een school waar de leerlingen tevens voeding en huisvesting ontvangen [kostschool, pensionaat, interntaat] [N 90 (1982)] III-3-1
kotelet, ribstuk karbonade: kermenaat (Posterholt) Carbonade (krep, kermenaoj?) [N 16 (1962)] III-2-3
koud, mistig en somber weer donker (weer): doĕnkel wĕr (Posterholt), koud en mistig (weer): koud en mistig (Posterholt), mistig (weer): mistig (Posterholt, ... ), mistig waer (Posterholt) donker [~ weer] [SGV (1914)] || koud en mistig, gezegd van het weer [muur] [N 81 (1980)] || mist, gezegd van het weer [muur] [N 81 (1980)] || mistig weer [motlucht, moorweer, mokweer] [N 81 (1980)] || mistig, heiig [herig, domig, dompig] [N 22 (1963)] III-4-4