24528 |
lisdodde |
duivelskluppel:
-
duuvelsklöppele (L387p Posterholt),
WLD
duuvelsköppel (L387p Posterholt),
duivelsknuppel:
-
duvelsknuppels (L387p Posterholt),
lampenpoetser:
-
lampepoetser (L387p Posterholt),
WLD
lampepoetser (L387p Posterholt),
WLD = lisdodde
lampepoetser (L387p Posterholt, ...
L387p Posterholt)
|
Grote lisdodde (typha latifolia een 100 tot 250 cm hoge plant. De bladeren zijn tot 2 cm breed; de bloemen bevinden zich in cilindervormige aren, eenslachtig, de mannelijke bovenaan, vlak daaronder de vrouwelijke, de bloemdekbladeren ontbreken. Bloeitij [N 92 (1982)] || lisdodde [N 92 (1982)]
III-4-3
|
21824 |
lispelen (slissen) |
lispelen:
Van Dale: lispelen, 1. de s en z onduidelijk, met een eigenaardig zacht gesis uitspreken; - 2. met onduidelijke, zwakke stem uiten, fluisteren.
lispele (L387p Posterholt)
|
de s en de z onduidelijk, met een eigenaardig zacht gesis uitspreken [lispelen, tispelen, strisselen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
23731 |
litanie van de rozenkrans |
litanie (<lat.):
lietenie (L387p Posterholt)
|
De litanie van O.L. Vrouw, het slot van het Rozenhoedje [littenïj, lietenïj, lieteniej, lietenej?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18051 |
litteken |
lijnteken:
lienteiken (L387p Posterholt)
|
litteken [SGV (1914)]
III-1-2
|
23438 |
liturgisch vaatwerk |
heilige vaten:
heilige vate (L387p Posterholt)
|
De heilige vaten, het liturgisch vaatwerk [kelken, cibories, monstrans]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23445 |
liturgische gewaden |
miskleren:
maeskleijer (L387p Posterholt)
|
De paramenten, de liturgische gewaden. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
34133 |
loeien van de koe in het algemeen |
beuken:
buǝkǝ (L387p Posterholt)
|
[N 3A, 5a; JG 1a, 1b; Gwn V, 8; Wi 57; monogr.]
I-11
|
33965 |
loenje |
bekriem:
bɛkrēm (L387p Posterholt)
|
Dubbele band die aan weerszijden van het bit vastgemaakt is, maar slechts tot achter de nek van het paard reikt (cf. definitie van lemma Teugel). Achter aan deze riem is het kordeel vastgemaakt. [JG 1b; N 13, 31]
I-10
|
17721 |
loeren |
loeren:
loere (L387p Posterholt),
lonken:
loenke (L387p Posterholt)
|
kijken: loeren [lonke, luime] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
23311 |
lof |
lof:
lof (L387p Posterholt),
ət loͅf (L387p Posterholt)
|
het lof [RND] || Het lof, de kerkdienst met uitstelling van het Allerheiligste, gehouden op zondagmiddag, soms op zaterdagavond [lof, laof, zeëje?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|