e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Posterholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mannelijke vis hom: WLD  hom (Posterholt) Hoe noemt u een mannelijke vis (hommer, hom, homvis, milter) [N 83 (1981)] III-4-2
mannenkant evangeliekant: evangeliekantj (Posterholt) De linkerhelft van de kerk, het gedeelte links van het middenpad, dat bestemd was voor de mannen [evangeliekant, mannenkant, mansluikant, kerelskant?]. [N 96A (1989)] III-3-3
mannenkleren mannenkleren: mannekleier (Posterholt), mansluikleren: mansluujkleijer (Posterholt) mannenkleren [t mansdinge] [N 23 (1964)] || Mannenkleren. [DC 62 (1987)] III-1-3
mannenondergoed mansluiondergoed: mansluujongergood (Posterholt) Ondergoed voor mannen. [DC 62 (1987)] III-1-3
mannenonderhemd hemd: hemp (Posterholt), onderhemd: ongerhemd (Posterholt) onderhemd voor mannen [N 25 (1964)] || Onderhemd voor mannen. Hoe noemt men in uw dialect het hemd dat onder de bovenkleding wordt gedragen, direct op het lichaam: van mannen? [DC 62 (1987)] III-1-3
mansarde-dak mansarde-dak: mansart˱dāk (Posterholt), mansarde-kap: mansartkap (Posterholt) Dak waarbij elk van de dakschilden twee vlakken vormt die elkaar onder een stompe hoek ontmoeten. Het mansardedak werd ontworpen door de Franse architect François Mansart (1598-1666). Zie ook afb. 48c. [N 54, 170a; N 32, 43b] II-9
mantelpak mantelpak: mantjelpak (Posterholt) mantelpak, uit jas en rok bestaand dameskostuum [N 23 (1964)] III-1-3
manziek hete vot: ein heite vòòt (Posterholt) manziek [heet] [N 10C (zj)] III-2-2
maretak heksenbessem: heksebessem (Posterholt) maretak [DC 46 (1971)] III-4-3
maria-altaar maria-altaar: mariaaltaar (Posterholt) Het (zij)altaar dat toegewijd is aan O.L. Vrouw en waarop of waarboven haar beeltenis prijkt [Maria-altaar]. [N 96A (1989)] III-3-3