e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Posterholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
meerderjarig mondig: munjig (Posterholt), mönjig (Posterholt) meerderjarig; de leeftijd bereikt hebbend dat men in rechten zelfstandig kan optreden [meerderjarig, mondig] [N 86 (1981)] || mondig [SGV (1914)] III-2-2
meerstemmige mis meerstemmige mis: meersjtummige maes (Posterholt) Een meerstemmige mis, muziekmis. [N 96B (1989)] III-3-3
meester meester: meister (Posterholt), mɛ.istər (Posterholt) (school)meester [RND] || meester [SGV (1914)] III-3-1
meesterknecht voorman: vȳǝrman (Posterholt) Voorman in een timmerbedrijf. De meesterknecht staat aan het hoofd van een groep timmermansknechten. Hij verdeelt de werkopdrachten en ziet toe dat het werk goed uitgevoerd word. [N 55, 172b] II-12
meetlint meetband: mē̜t˱bantj (Posterholt) Een in centimeters verdeeld lint om te meten. [N 53, 186a] II-12
meevaller meevallertje: mitvellerke (Posterholt) een voordeel dat bij toeval verkregen wordt [trek, roef, roefel, brentje, hasard, bijval] [N 89 (1982)] III-3-1
meiboom mei: męjǝ (Posterholt), meiboom: maibaum (Posterholt) De omstreeks 1 mei op het dorpsplein opgerichte boom die, met linten en kransen versierd, het middelpunt van allerlei volksvermaken vormde [meiboom]. [N 88 (1982)] || Versierde tak, kleine boom of vlag die op de nok van een onderdak gebracht huis wordt geplaatst. [N 88, 183; monogr.] II-9, III-3-2
meid, dienstmeid dienstbode: dēnstbǭ (Posterholt), maagd: māt (Posterholt), māx (Posterholt), meisje: męi̯tšǝ (Posterholt) Meid is een noordelijke vorm, een samentrekking uit maged, maagd. Kok en keukense slaan op de keukenmeid. Dienstbode is een expansie uit de (Noord-)Nederlandse standaardtaal. [L 1, a-m; L 1u, 156; L 38, 10; RND 118; R 12, 30; S 6 en 23; Wi 6; monogr.] I-6
meidoorn doorn: döre (Posterholt), varkenskers: WLD = meidoorn  verkeskeersj (Posterholt) haagdoorn [SGV (1914)] || meidoorn [N 92 (1982)] III-4-3
meikever meikever: meikever (Posterholt), meikèver (Posterholt), WLD  meikééver (Posterholt) Hoe noemt u de meikever: een soort kever, 24-30mm lang; met dekschild, de poten en sprieten zijn bruinrood, de kop en het borststuk zwart met op de onderzijde een dichte witte beharing; de buiksegmenten zijn zwart met aan elke zijde een opvallende, helwit [N 83 (1981)] || meikever [Roukens 03 (1937)], [SGV (1914)] III-4-2