e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Posterholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
meineed meineed: meineed (Posterholt) een valse eed, meineed [N 96D (1989)] III-3-1
meiraap knolletje: WLD  knulkes (Posterholt) De meiraap, een vroege variëteit van de raap (meiraap, tolletje, knolletje, kelen, raap). [N 82 (1981)] I-7
meisje meidje: ps. omgespeld volgens Frings.  mɛ̄tsje (Posterholt) meisje [SGV (1914)] III-2-2
meisje met wie een jongen verkering heeft meidje: maedsje (Posterholt) het meisje met wie men verkering heeft [parmeteit, meid, fem, frul, caprice] [N 87 (1981)] III-2-2
meisje met wie men verloofd is meidje: maedsje (Posterholt) verloofde [vrouwelijk] [fem, frul, caprice] [N 87 (1981)] III-2-2
meisjeshemd? onderhemd: ongerhemd (Posterholt) Onderhemd voor meisjes. Hoe noemt men in uw dialect het hemd dat onder de bovenkleding wordt gedragen, direct op het lichaam: van meisjes? [DC 62 (1987)] III-1-3
meisjesonderbroek? onderboks: ongerboks (Posterholt) Onderbroek voor meisjes. [DC 62 (1987)] III-1-3
meisjesondergoed meidjesondergoed: maedsjes ongergood (Posterholt) Ondergoed voor meisjes. [DC 62 (1987)] III-1-3
melaatsheid melaats: melaats (Posterholt) Melaatsheid: lepra, in de huid ontstaan knobbels; de ziekte kan tot afschuwelijke verminkingen leiden (leproosheid, lazerij). [N 84 (1981)] III-1-2
melganzenvoet schietmel: witte ganzevoet  sjiet milj (Posterholt), WLD  sjietmille (Posterholt) melganzevoet || Melganzevoet (chenopodium album 30 tot 100 cm hoge plant. De stengels staan rechtop en zijn vertakt; de bladeren zijn zeer verschillend van vorm, tevens onregelmatig getand, de bovenste gaafrandig, aan de buitenkant dofgroen, de onderkant wit-melig best [N 92 (1982)] III-4-3