23868 |
begeleider van het baldakijn |
hemelwacht:
hemelwach (L387p Posterholt)
|
De begeleiders van de hemel, bijvoorbeeld vier leden van de schutterij [hiëmelwach]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
18885 |
begeren |
begeren:
begeere (L387p Posterholt),
verlangen:
verlange (L387p Posterholt)
|
sterk verlangend [hebbelijk, begeerlijk, begierig, begerig] [N 85 (1981)] || sterk wensen, verlangen koesteren naar [begeren, geren, lusten] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
24092 |
begijn |
begijn:
begien (L387p Posterholt)
|
De bewoonster van een begijnhof [begien]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
25559 |
beginnen te rijzen |
opkomen:
opkǭmǝ (L387p Posterholt)
|
De informant van Q 121 merkt op dat dit "beginnen te rijzen" gebeurt van b.v. zondagavond tot 4 uur maandagmorgen. [N 29, 25a; monogr.]
II-1
|
20430 |
begrafenis |
begrafenis:
begrafenis (L387p Posterholt),
uitvaart:
oetvaart (L387p Posterholt)
|
begrafenis [SGV (1914)] || de gezamenlijke handelingen en plechtigheden waarmee een dode ter aarde besteld wordt [begrafenis, uitvaart, begankenis, zinking, leuves, geuves] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
20434 |
begrafenismaal |
koffietafel:
kòòfetaofel (L387p Posterholt)
|
het begrafenismaal [N 96D (1989)]
III-2-2
|
20431 |
begraven |
begraven:
begrave (L387p Posterholt)
|
een dode begraven [graven, zinken, begraven] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
18807 |
begrijpen |
begrijpen:
begriepe (L387p Posterholt, ...
L387p Posterholt),
benullen:
benulle (L387p Posterholt)
|
een bewuste, duidelijke voorstelling [benul, belul, besef] [N 85 (1981)] || het vermogen om iets te begrijpen [begrip, begrijp] [N 85 (1981)] || met het verstand vatten, begrijpen [kennen, omvatten, begrijpen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18798 |
begrip, besef |
besef:
besĕf (L387p Posterholt)
|
besef (hij heeft er geen ~ van) [SGV (1914)]
III-1-4
|
22669 |
beiaard |
klokkenspel:
klokkesjpel (L387p Posterholt)
|
Het geheel van zuiver gestemde klokken die door een klavier bespeeld kunnen worden [klokkenspel, beiaard, carillon]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|