e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Posterholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rookvlees rookvlees: ruikvleisj (Posterholt) rookvlees; Hoe noemt U: Een stuk gerookt vlees (krep, rookvlees) [N 80 (1980)] III-2-3
room room: roum (Posterholt, ... ), rǫu̯m (Posterholt) De room van de melk (de zaon?) [N 16 (1962)] || Het vette deel van de ongekookte melk dat boven komt drijven, als men de melk rustig laat staan. [N 6, 15a; N 16, 17; L 6, 15; L 14, 22; JG 1a, 1b, 2c; A 7, 15; A 39, 7a; Wi 53; Gwn 10, 1; monogr.] || room [SGV (1914)] I-11, III-2-3
roompot roomduppen: rǫu̯mdø̜pǝ (Posterholt) Stenen pot waarin men de room bewaart. [N 12, 59; A 7, 15; JG 1d, 2c; monogr.] I-11
roos (rode uitslag) roos: roos (Posterholt) huiduitslag, Rode ~ met jeuk (roos, bresil, zomerbrand). [N 84 (1981)] III-1-2
roos (rosa) roos: roas (Posterholt), ruəzən (Posterholt) roos [SGV (1914)] || rozen [RND] III-2-1
roos van de schietschijf roos: roos (Posterholt) De ronde plek die dient als middelpunt van een schietschijf [roos, gaudeaan]. [N 88 (1982)] III-3-2
rooster rooster: rø̄stǝr (Posterholt) Het rooster van de stookplaats. Volgens de invuller uit L 379 was dit rooster gemaakt van dikke staven ijzer. [N 57, 8g] II-2
roosteren roosteren: reustere (Posterholt) roosteren; Hoe noemt U: Op een rooster braden (roosteren, horsen, hersen) [N 80 (1980)] III-2-3
roskammen roskemmen: rōskęmǝ (Posterholt) Met borstel en kam - zie het volgende lemma - reinigen. [N 8, 102] I-9
rosmolen mange (fr.): meneezje (Posterholt), manège (fr.): mǝnēžǝ (Posterholt) De oudste machine die voor het dorsen werd gebruikt. Een paard leverde hier de drijfkracht. Algemeen wordt onder manège een constructie verstaan bestaande uit een vertikale as die door een horizontale boom, waar een paard is voorgespannen, in beweging wordt gebracht. Door middel van een kardan-koppeling wordt die draaiende beweging doorgegeven aan een horizontale as die door de wand van de schuur naar een machine werd geleid en deze aandrijfkracht leverde. In dit geval wordt door de rosmolen een trommel aangedreven waarin de halmen gedorst werden. Vergelijk ook het lemma ''rosmolen'' in de aflevering over de molenaarsterminologie, wld II,3, blz. 163.' [N 14, 7; JG 1a, 1b; monogr.] || dorsmachine: draaiend wiel met boom dat door een trekpaard wordt voortgedreven om de dorsmachine te doen werken [N 14 (1962)] I-4, I-7