e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Posterholt

Overzicht

Gevonden: 5728
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bezwaarlijk kwalijk: kwaolik (Posterholt) zwaar vallend [bezwaarlijk, kwalijk] [N 85 (1981)] III-1-4
bibberen bibberen: bibbere (Posterholt), rijderen: rieëre (Posterholt) beven [rijde, ridde, riere, rijgele, rijere] [N 10a (1961)] || bibberen, bibberen [SGV (1914)] III-1-2
bidden beden: bae (Posterholt), behe (Posterholt), béé (Posterholt) bidden [SGV (1914)] || Bidden voor een zalige (levens)staat. [N 96D (1989)] || Bidden, beden, zich beden [bidde, bèèje, zich bèèje, zich bèëne?]. [N 96B (1989)] III-3-3
bidden uit dankbaarheid bedanken: bedanke (Posterholt) Bidden uit dankbaarheid [danke?]. [N 96B (1989)] III-3-3
bidprentje doodsprentje: doodsprintsje (Posterholt) een bidprentje, doodsprentje, gedachtenisprentje, tijdens de uitvaartdient uitgereikt, "beeldje"[doeëdetsiddel] [N 96D (1989)] III-2-2
bidstoel bedestoel: béésjteul (Posterholt) Een bidstoel met knie- en armsteun, waarop men alleen maar geknield kan zitten [prie-Dieu?]. [N 96A (1989)] III-3-3
biecht biecht: biech (Posterholt) De biecht [biech]. [N 96D (1989)] III-3-3
biecht horen biecht horen: biech huere (Posterholt) Biecht horen door de priester. [N 96D (1989)] III-3-3
biechten (gaan) biechten (gaan): biechte (Posterholt), zich biechten (gaan): zich biechte (Posterholt) biechten [SGV (1914)] || Biechten, te biecht gaan, biecht spreken [zich biechte]. [N 96D (1989)] III-3-3
biechtstoel biechtstoel: biechsjtool (Posterholt) De biechtstoel, het meestal houten optrekje waarin de priester biechthoort [biech(t)sjtool?]. [N 96A (1989)] III-3-3