e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Posterholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
speels speels: sjpeels (Posterholt) geneigd tot spelen, tot rondspringen [dartel, speels, ondeugend] [N 85 (1981)] III-1-4
speels, dartel wild: wildj (Posterholt) speelsch (dartel) [SGV (1914)] III-1-4
speen lots: loetsj (Posterholt) speen; een gummidop op een zuigfles [speen, fiep, frutter, tutter, toetje, fiepke, frut, stiekse] [N 86 (1981)] III-2-2
speen van de koe deem: dēm (Posterholt) [N C, 12; JG 1a, 1b; A 30, 6a; L 8, 24b; L 14, 27b; L 49, 6a; monogr.] I-11
speenkruid boterbloem: WLD speenkruid  bòòterbloom (Posterholt, ... ), boterbloempje: -  bótterblumke (Posterholt), WLD  bòòterbleumke (Posterholt) speenkruid [N 92 (1982)] || Speenkruid (ficaria verna 5 tot 25 cm hoog. De stengels zijn liggend of opstijgend; de bladeren zijn hart- of niervormig, ze zijn glanzend en lang gesteeld, met knolletjes in de onderste bladdeksels. De bloemen zijn talrijk, met vrij smalle kroonbladere [N 92 (1982)] III-4-3
spek spek: spek (Posterholt) spek [garstig~] [SGV (1914)] III-2-3
spekpannenkoek spekkoek: sjpekkook (Posterholt) Spekpannekoek (spekbraoj?) [N 16 (1962)] III-2-3
spel (alg.) spel: en sjpaell (Posterholt), sjpeel (Posterholt), sjpeel, sjpel (Posterholt) spel [GTRP (1980-1995)], [SGV (1914)] || Spel. III-3-2
speld spang: spaŋ (Posterholt), špaŋ (Posterholt) Puntig, van een kop voorzien metalen stiftje om iets in weefsel vast te steken of te bevestigen op of aan iets anders. [N 62, 50a; L 7, 20; L 14, 24; L B1, 73; R 14, 8a; MW; Wi 7; S 34; monogr.] II-7
spelden spangen: špaŋǝ (Posterholt) Met spelden stukken kleding of panden aan elkaar vastspelden. [N 59, 74; L 7, 20; S 34] II-7