e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Posterholt

Overzicht

Gevonden: 5728
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bijleggen bijleggen: bieligge (Posterholt), lappen: lappe (Posterholt) een ruzie, een onenigheid bijleggen of oplossen [schavelen] [N 85 (1981)] || Extra geld in de pot doen [lappen, bijleggen]. [N 88 (1982)] III-3-1, III-3-2
bil bats: bats (Posterholt), bàts (Posterholt, ... ) Bil. Ook platte woorden! [DC 01 (1931)] || Zie afbeelding 2.38. [JG 1b, 1c; N 8, 32.3, 32.9, 32.10 en 32.11] I-9, III-1-1
biljarten biljarten: zn: biljaar.  biljare (Posterholt) Biljart spelen. III-3-2
billijk billijk: billik (Posterholt) redelijk, gezegd van de prijs voor een artikel [schappelijk, billijk, civiel] [N 89 (1982)] III-3-1
binder binder: beŋǝr/beŋstǝr (Posterholt) Degene die achter de maaier of aflegger aankomt en die de door hem gemaakte geleggen tot schoven bindt. Vergelijk ook het lemma ''aflegger'' (4.4.4). Soms is door de zegsman de opgave van de mannelijke vorm aangevuld met de aanduiding van de vaak voorkomende vrouwelijke vorm; waar deze afleiding onregelmatig is, is deze hier ook aangegeven. [N 15, 15c en 26; monogr.] I-4
binnennaaien binnennaaien: benǝnɛjǝ (Posterholt) Het aan binnenzool en overleer vastnaaien van de rand. Zie afb. 40. [N 60, 80b] II-10
binnenneus naaskap: nāskap (Posterholt) Het stijve stuk leer, in de vorm van een schoenneus, dat ter versterking in de neus aangebracht wordt. Zie afb. 37. [N 60, 81a; N 60, 81b] II-10
binnenneus [wld ii.10, p. 39] neuskap: naaskap (Posterholt) Een stijf stuk leer in de vorm van een schoenneus, aangebracht in de neus van een schoen ter versterking? (binnenneus?) [N 60 (1973)] III-1-3
binnenplaats plaats: plaats (Posterholt) Plaats die bij een huis hoort en omsloten is door muren (binnenplaats, plaatsje, plein, werft, court) [N 79 (1979)] III-2-1
binnensmonds praten mommelen: mummele (Posterholt) binnensmonds praten [prevelen, pruttelen, murmelen, rullen] [N 87 (1981)] III-3-1