24969 |
blijven wachten |
blijven:
blieve (L387p Posterholt),
wachten:
wachte (L387p Posterholt)
|
ergens blijven tot iets of iemand komt [tukken, wachten] [N 91 (1982)] || niet verder gaan, blijven [letten, banken, banketeren, wijlen, blijven] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
18109 |
blikaars |
puist:
puis (L387p Posterholt)
|
Uitslag, zweren op het achterwerk (blikaars, blikgat, blekker(d), blik, smet). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
25111 |
bliksem, bliksemflits |
bliksem:
bliksem (L387p Posterholt, ...
L387p Posterholt),
bliksemschicht:
bliksemsjich (L387p Posterholt)
|
bliksem [SGV (1914)] || bliksem, elektrische vonk die bij onweer van de ene wolk naar de andere of naar de aarde overspringt [bledderum, vuurlicht, weerlicht] [N 81 (1980)] || bliksemschicht, bliksemstraal [weerlicht, blidderum] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
19371 |
bliksemafleider |
bliksemafleider:
bliksémaafleider (L387p Posterholt)
|
Inrichting om de bliksem af te leiden en onschadelijk te maken; gewoonlijk een van het dak tot in de grond lopende metalen staaf (bliksemafleider, donderroede, donderkruit, donderspil) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
25113 |
bliksemen |
bliksemen:
et bliksemt (L387p Posterholt),
’t bliksomt (L387p Posterholt)
|
bliksemen met een felle straal [t vuurlicht] [N 22 (1963)] || het bliksemt [SGV (1914)]
III-4-4
|
30444 |
blind anker |
haakanker:
hǭk˱aŋkǝr (L387p Posterholt)
|
Muuranker dat aan de buitenzijde van de muur niet zichtbaar is. [N 31, 39; N 54, 123a]
II-9
|
30462 |
blind spijkeren |
blind vernagelen:
blentj ˲vǝrnē̜gǝlǝ (L387p Posterholt)
|
Zo spijkeren dat de nagels onzichtbaar blijven. Bij houten vloerdelen met messing en groef wordt de nagel daartoe in de messing geslagen. De groef van het volgende vloerdeel dekt de nagel vervolgens af. [N 54, 140]
II-9
|
30447 |
blind verankeren |
blind verankeren:
blēntj ˲vǝraŋkǝrǝ (L387p Posterholt)
|
Een anker dusdanig in een muur aanbrengen, dat geen van de onderdelen ervan zichtbaar is. De sleutel van het anker, die in een dergelijk geval van plat staafijzer is gemaakt, wordt dan in de muur vastgemetseld. Zie ook de toelichtingen bij de lemmata 'Anker', 'Schieter' en 'Veer'. [N 54, 122b; N 31, 39]
II-9
|
22353 |
blindemannetje spelen |
blindmannetje:
blindjmenke sjpeele (L387p Posterholt)
|
Het spel waarbij één van de spelers die de anderen moet vangen geblinddoekt is [kakkemommen, blindemannetje, blindekoe, blindekoekoek]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
30338 |
blindenkast |
kast:
kas (L387p Posterholt)
|
De plaats tegen de muur waar de blinden zich in opgevouwen toestand bevinden. [N 55, 67]
II-9
|