e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Posterholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vetmesten masten: mastǝ (Posterholt) Vee vetmesten, in het bijzonder gezegd van stiertjes, kalveren en vaarzen. [N 38, 26; N 3A, 75a, 75b, 75c, 76 en 77a; monogr.] I-11
veulen veulen: vø̄ǝlǝ (Posterholt) Jong paard, gewoonlijk tot de leeftijd van twee en een half jaar. [JG 1a, 1b; A 4, 2d; L 20, 2d; L A1, 262; N 8, 1; Gwn 5, 10; RND 107; S 40; Wi 4; monogr.] I-9
vezelplaat spaanplaat: špānplāt (Posterholt), vezelplaat: vēzǝlplāt (Posterholt) In het algemeen een plaat die gemaakt is van geperste vezels. In vezelplaat kunnen houtvezels (bijvoorbeeld van afvalhout) of andere plantaardige cellulose-vezels zoals vlas, stro, suikerriet en papier, verwerkt zijn. De woordtypen spaanplaat en houtspaanderplaat zijn benamingen voor platen die zijn vervaardigd van houtspaanders die met kunstharslijm zijn samengeperst. Hardboard is een vrij dunne, maar harde houtvezelplaat. [N 56, 2; N 56, 5] II-12
viaticum communie (<lat.): commuune (Posterholt) De H. Communie als teerspijs voor een stervende, viaticum. [N 96D (1989)] III-3-3
vieren vieren: gevi.ərt (Posterholt) gevierd [RND] III-3-2
vieruursboterham koffiedrinken, het -: kòòfe drinken (Posterholt), kòòfie drinke (Posterholt) de maaltijd met brood rond 4 uur [N 07 (1961)] || maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)] III-2-3
vijf centiem knab: knap (Posterholt) een muntstuk van vijf centimes (in België) [solleke, knepke, halve sol] [N 89 (1982)] III-3-1
vijf wonden van christus vijf wonden: vief wonj (Posterholt) De vijf wonden, de kruiswonden van Christus [de vunnef wónde?]. [N 96B (1989)] III-3-3
vijfentwintig centiem kwartje: kwartje (Posterholt) een muntstuk van 25 centimes (in België) [kwartje] [N 89 (1982)] III-3-1
vijg vijg: WLD  vieg (Posterholt) De eetbare, zoete, vlezige vrucht van de vijgeboom (vijg, smeerlap, vijgedaal). [N 82 (1981)] III-2-3