30158 |
voeger |
voeger:
vōgǝr (L387p Posterholt)
|
De arbeider die op de bouwplaats de voegwerkzaamheden verricht. [N 30, 3b; monogr.]
II-9
|
34280 |
voer |
voer:
fōr (L387p Posterholt),
vōr (L387p Posterholt)
|
Veevoer. De samenstelling van dit voer is vevarieerd. Afval van hooi en stro, wortels van gras en graan, soorten zaad, zemelen en meel kunnen ingrediënten zijn. [N 5A II, 64a en 64b; RND 97; S 41; L 28, 45; JG 1d; monogr.]
I-11
|
24267 |
voeren |
voederen:
vore (L387p Posterholt)
|
de jongen voeden, gezegd van vogels (azen, aanazen, ekeren) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
26245 |
voering |
voering:
vø̄reŋ (L387p Posterholt)
|
De bekleding van leer of van stoffen die binnen in de schoen wordt aangebracht. [N 60, 16]
II-10
|
28819 |
voering, voeringstof |
voering:
vōreŋ (L387p Posterholt)
|
Stof waarmee kledingstukken van binnen bekleed worden. [N 62, 18a; N 62, 84; A 4, 27b; L 20, 27b; Gi 1.IV, 29; MW; S 41; monogr.]
II-7
|
30835 |
voeringleersoorten |
bazaan:
bazān (L387p Posterholt)
|
Leersoorten die voor de voering van schoenen worden gebruikt. [N 60, 4a; N 60, 4b]
II-10
|
33054 |
voerman op de maaimachine |
maaier:
mē̜i̯ǝr (L387p Posterholt)
|
De opgaven bestaan vaak uit omschrijvingen en er is weinig echte terminologie; vergelijk ook het lemma ''afleggen'' (4.4.3). [N J, 3a; monogr.]
I-4
|
21134 |
voertuig |
wagen:
wage (L387p Posterholt)
|
de algemene naam voor een constructie op wielen die geduwd of getrokken wordt of door een motor voortbewogen wordt en die bedoeld is om personen of goederen te vervoeren [voertuig, voiture] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
17777 |
voet |
voet:
veut (L387p Posterholt),
voot (L387p Posterholt, ...
L387p Posterholt)
|
voet [SGV (1914)] || Voet. Als hiervoor (ook) been of poot gebruikt wordt, dit vermelden, zoo mogelijk in een zin, b.v.: Hou je pooten bij je! voetje voor voetje. [DC 01 (1931)] || voeten [SGV (1914)]
III-1-1
|
17799 |
voet (alternatieve benamingen) |
poot:
poot (L387p Posterholt)
|
Voet. Als hiervoor (ook) been of poot gebruikt wordt, dit vermelden, zoo mogelijk in een zin, b.v.: Hou je pooten bij je! voetje voor voetje. [DC 01 (1931)]
III-1-1
|