e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Posterholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
werkbanklade lade: (Posterholt) De lade die soms onder het werkblad is aangebracht en onder meer voor het opbergen van (klein) gereedschap wordt gebruikt. [N 53, 208d] II-12
werkbankonderstel frame: frēm (Posterholt) Het dragende, op de vloer staande deel van werkbank waarop het werkbankblad rust. Zie ook afb. 113. [N 53, 208e] II-12
werkblaar pitsblaar: pitsblaor (Posterholt) Een brandblaar. [DC 14 (1946)] III-1-2
werkdaagse jas jas voor `s werkdaags: eene jas veur sjwĕrdes (Posterholt), werkdaagse jas: eene wĕrdesche jas (Posterholt) werkdagen (mv.) [een jas voor de - ] [SGV (1914)] III-1-3
werkdag werkdag: eene jas veur sjwĕrdes (Posterholt), eene wĕrdesche jas (Posterholt), sjwerdese kleier (Posterholt) door-de-weekse kleren [t s werkendagse dinge, werkdinge] [N 23 (1964)] || werkdagen (mv.) [een jas voor de - ] [SGV (1914)] III-3-1
werken werken: wirke (Posterholt, ... ), wirəkə (Posterholt) arbeid verrichten [werken, arbeiden, wrochten] [N 85 (1981)] || geregelde arbeid verrichten; zijn taak, beroep of bedrijf uitoefenen [werken, arbeiden, wrochten] [N 89 (1982)] || het werken, het arbeiden [foter, werk] [N 89 (1982)] || werken [RND] III-3-1
werken op de boerderij wolven: wou̯vǝ (Posterholt) Ook te verstaan als het doen van huishoudelijk werk in het boerenbedrijf. De belangrijkste termen in taalgeografische zin zijn ongetwijfeld schommelen en keuteren; deze zijn dan ook in kaart gebracht; vergelijk nog de behandeling van schommelen in Goossens 1963b. De op Nederlandse bodem ontstane afleiding labeuren van het Franse leenwoord labeur is in de semasiologische kaart 5 ondergebracht. Verreweg het grootste deel van de andere opgaven zijn expressief geladen uitdrukkingen met velerlei connotaties voor "hard werken, zich afsloven" in het algemeen. [JG 1b; L 8, 149, S 47; monogr. add. uit N 5A, 95a; L 37, 11c] I-6
werkkleren oude kleren: aw kleijer (Posterholt) De kleren die men draagt als men vuil of klusjes doet. [DC 62 (1987)] III-1-3
werklustig dapper: dapper (Posterholt) niet bang voor moeite [moedig, dapper] [N 85 (1981)] III-1-4
werkplaats timmermanswerkplaats: tømǝrmanswerǝkplāts (Posterholt) De werkruimte van een timmerman, en bij een groter timmerbedrijf waar meer afdelingen zijn, ook dat deel van het bedrijf waar de belangrijkste timmerwerkzaamheden worden verricht. Meer specialistische handelingen worden dan in andere ruimtes gedaan, zoals de zagerij, de freesafdeling, etc. [N 55, 176; N 55, 178d; monogr.] II-12