e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Posterholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wortel wortel: wurtǝl (Posterholt) Het deel van de plant dat onder de grond blijft. Het is in de materiaalverzamelingen overal duidelijk gemaakt dat het niet om groente gaat. Vergelijk daartoe de lemma''s ''winterwortel'' en ''tuinworteltje'' in de aflevering over de moestuin. [JG 1a, 1b; L 8, 100a; L 15, 28; S 45; monogr.] I-4
wortel (alg.) moren (peen): WLD = wortel  moere (Posterholt, ... ), wortel: wŏĕrtel (Posterholt), WLD  wortel (Posterholt) Het gedeelte van een plant, boom, dat in de grond zit en dat het voedselhoudende water opneemt (wortel, doel). [N 82 (1981)] || wortel [N 92 (1982)], [SGV (1914)] III-4-3
wortelenvlaai moerenvla: moereflaa (Posterholt) Vla met vulling van wortelen [N 16 (1962)] III-2-3
wortelhals kraag: WLD (? - onduidelijk)  kraag (Posterholt) De overgang tussen wortel en stengel bij een plant (hoofd, hals, kraag, wortelkraag, wortelhals, nek). [N 82 (1981)] III-4-3
wortelklomp van een struik kluit: klȳt (Posterholt) [N 27, 9c] I-8
worteltje moortjes: muurkes (Posterholt) De kleine soort penen die men in de moestuin kweekt [N Q (1966)] I-7
wortketel brouwketel: bruwkę̄tǝl (Posterholt) De ketel waarin men het aftreksel van mout en water kookt met hop. Volgens de correspondent uit Q 99 was de ketel vervaardigd uit rood koper. Zie ook de semantische toelichting bij het lemma ''koken''. [N 35, 30; monogr.] II-2
wortpomp pomp: (mv.)  pōmpǝ (Posterholt) De pomp die men gebruikt om wort van de lekbak naar de wortketel te transporteren. Zie ook de semantische toelichting bij het lemma ''jachtbuis''. [N 35, 35b; monogr.] II-2
wouterlatje plankendrager: plaŋkǝdrāgǝr (Posterholt), planklatje: plaŋklɛtšǝ (Posterholt) Het aan de uiteinde schuin afgezaagde latje, dat in de inkepingen van de keeplat wordt gelegd. [N 56, 148b] II-12
wrat wrat: vrat (Posterholt) wrat [SGV (1914)] III-1-2