e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q032a plaats=Puth

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
inslaan, van de bliksem gezegd inslaan: insjlao (Puth) inslaan, gezegd van de bliksem [afvellen] [N 22 (1963)] III-4-4
inspannen inspannen: enšpanǝ (Puth) Het opgetuigde paard voor een kar met berries spannen. Men plaatst het tussen de berries, waaraan de draagriem, de brede buikriem, en de strengen worden vastgemaakt. Voor andere voer- en landbouwwerktuigen wordt het paard niet in- maar aangespannen. De term inspannen werd echter ook enkele keren in de hier behandelde betekenis opgegeven. [JG 1b; N 8, 98a; RND 74] I-10
inzouten zouten: zaute (Puth, ... ) zouten (mv.?) [SGV (1914)] III-2-3
jacquetjak jacquetjak (<fr.): sekétjek (Puth) jak in jacquetvorm [seketjek] [N 23 (1964)] III-1-3
jacquetpak jacquet (<fr.): sjeket (Puth) jacquetkostuum, bestaande uit zwarte slipjas, vest en gestreepte broek [sjeket, seket] [N 23 (1964)] III-1-3
jak gestrikt vest: gesjtrik ves (Puth), jak: jak (Puth), jakje: jekske (Puth), kazavek: kasjevek (Puth), zondagse bloes: zondegse blōēs (Puth) damesblouse, strak om het lichaam, hoog gesloten met boordje en met lange strakke mouwen [jak, seket] [N 25 (1964)] || jak [SGV (1914)] || vrouwenjak, kort jasvormig getailleerd bovenkledingstuk [jak, baskien, bollero, zeelewermer, kasjevek] [N 23 (1964)] || vrouwenjak, lang ~ [kapoot, kasjevek] [N 23 (1964)] III-1-3
jaloers jaloers: sjloes (Puth) jaloersch [SGV (1914)] III-1-4
jammer jammer: ⁄t is jao.mer (Puth), ⁄t is jaomer (Puth), schande: ⁄t is ein sjanj (Puth), zonde: ⁄t is zunj (Puth) jammer [zund] [N 07 (1961)] III-1-4
jan in de zak knoedelen: knōēdele (Puth) Koek die in een ketel met water gekookt is (broeder?) [N 16 (1962)] III-2-3
jarig zijn jarig zijn: hee is jörig (Puth), hè is jòrig (Puth) Hij is morgen jarig. [DC 02 (1932)] III-3-2