e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q032a plaats=Puth

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kort schortlint lintje: lintjes (Puth) linten, korte ~ waarmee de schortslippen van achteren met elkaar worden verbonden [gatslinte, gatlinter] [N 24 (1964)] III-1-3
kortademig dempig: dempig (Puth), kort: kort van (h)aom (Puth) dempig [SGV (1914)] || kortademig [kort, kortborstig, dempig] [N 10a (1961)] III-1-2
korte broek korte broek: korte brook (Puth) broek, korte (jongens)~ die de knieën onbedekt laat [N 23 (1964)] III-1-3
korte laars korte stevel: korte sjteevele (Puth) laars met een korte schacht die tot aan de kuit reikt [N 24 (1964)] III-1-3
korte onderbroek? korte onderbroek: korte óngerbrook (Puth), onderbroek: ongerbrook (Puth) Korte onderbroek voor mannen. [DC 62 (1987)] || onderbroek, korte ~ [N 25 (1964)] III-1-3
korte overjas jekker: jekker (Puth) overjas, korte ~ [jekker, joep, stoep, baadje] [N 23 (1964)] III-1-3
kortwieken korthouwen: korthou̯ǝ (Puth), toppen: tupǝ (Puth) Men kort de vleugels van een kip, opdat ze niet kan wegvliegen. Een object ''kip'' of ''vleugels'' is niet gedocumenteerd. [N 19, 53; S 19; L 28, 35; L 1a-m; monogr.] I-12
kosten doen: ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).  wat doon de bagge allewīēl (Puth), wat doon de verkes allewīēl (Puth) Kosten, waard zijn; "wat kosten de biggen tegenwoordig?"[doen, uitdoen, gelle, gelden, gille? "wat gelle de baggen?"] [N 21 (1963)] III-3-1
kostganger kostganger: kosgenger (Puth) kostganger [SGV (1914)] III-3-1
kotelet, ribstuk karbonade: karbenaad (Puth), kotelet: kortelètte (Puth) Carbonade (krep, kermenaoj?) [N 16 (1962)] || gebraden runderrib [DC 30 (1958)] III-2-3