e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q032a plaats=Puth

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
papier papier: papier (Puth, ... ) papier [SGV (1914)] III-3-1
papperig, opgeblazen persoon vetzak: vètzak (Puth) dik, pafferig [maf] [N 10 (1961)] III-1-1
paraplu paraplu: perrepluuj (Puth) paraplu [N 23 (1964)] III-1-3
parel parel: parel (Puth, ... ) parel [SGV (1914)] III-1-3
pas uit het ei gekomen kipje kuikje: kykskǝ (Puth) [N 19, 40b] I-12
pastorie pastorie: pastorie (Puth) pastorie [SGV (1914)] III-3-3
patates frites friet: friet (Puth) Patates frites (friet, petat?) [N 16 (1962)] III-2-3
patrijs veldhoen: véltjhoon (Puth) patrijs (30 overal in troepen op akkers; bruin hoefijzer op de buik; jachtvogel [N 09 (1961)] III-4-1
paus paus: paus (Puth) paus [SGV (1914)] III-3-3
peetoom peteren: petere (Puth), pēͅtərə (Puth), peternonk: pēͅtərnoͅŋk (Puth) peetoom [SGV (1914)] || peetoom (de oom naar wien iemand genoemd is) [DC 05 (1937)] || peter (de man, wiens naam het kind gewoonlijk ontvangt) [DC 05 (1937)] III-2-2