e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q032a plaats=Puth

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ranzig gats: gats (Puth) garstig spek [..] [SGV (1914)] III-2-3
rapen rapen: rāpǝ (Puth) De aardappelen oprapen en in een mand bijeen doen, achter de rooiers of achter de rooiende ploeg aanlopend. [N 12, 21; JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 12, 18; A 23, 17d; Lu 1, 17d] I-5
rasp rasp: rasp (Puth), rijf: rīēf (Puth) rasp [SGV (1914)] || rasp (rief, raspel, raps) [N 20 (zj)] III-2-1
raspen raspen: raspe (Puth) raspen (w.w.) [SGV (1914)] III-2-1
rat rat: rat (Puth) rat [SGV (1914)] III-4-2
ravotten bruien: bruje (Puth) stoeien [SGV (1914)] III-3-2
recht vooruitstoten met de armen boksen: boekse (Puth) stoten: met de armen recht vooruit stoten [stuike] [N 10 (1961)] III-1-2
rechtbank gerecht: gerich (Puth) rechtbank [SGV (1914)] III-3-1
rechte, vormeloze benen rommelen: römmele (Puth) benen: rechte, vormloze benen [mok-, motbeene] [N 10 (1961)] III-1-1
rechtstaande oren lapsoren: lapsjôôre (Puth) oor: rechtstaande oren [fikoorkes] [N 10 (1961)] III-1-1