21649 |
priem? (wbd) |
inzet:
de(n) inzat (Q032a Puth)
|
bedrag dat uitbetaald wordt aan degene die bij de eerste verkoping, i.v.m. de openbare verkoping van huizen e.d. [vgl. vraag 15a] het hoogste bod heeft gedaan [trekgeld?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
23326 |
priester |
priester:
preester (Q032a Puth)
|
priester [SGV (1914)]
III-3-3
|
23307 |
priestersteek met ronde luifel |
steek:
sjteek (Q032a Puth)
|
priestersteek met ronde luifel [N 25 (1964)]
III-3-3
|
22356 |
priktol |
dop:
dob (Q032a Puth),
+ tekening [kegelvorm, U.W.] Dit noemt men "dop", hier wordt eerst de touw omheen gewonden en dan afgeworpen, men drijft deze niet verder met de zweep
dop (Q032a Puth, ...
Q032a Puth)
|
Hoe noemt men een dergelijk stuk speelgoed dat in beweging wordt gebracht met behulp van een touwtje dat er omheen wordt gedraaid? [priktol] [DC 24 (1953)] || Hoe noemt men het kinderspeelgoed dat paddestoel- of kegelvormig is en dat met een zweep wordt voortgedreven? [tol] [DC 24 (1953)] || tol (speeltuig) [SGV (1914)]
III-3-2
|
18927 |
proberen |
proberen:
probeere (Q032a Puth)
|
proberen: Als hij kans ziet zal hij - je te bedriegen [DC 35 (1963)]
III-1-4
|
23243 |
processie |
processie (<lat.):
prosesse (Q032a Puth)
|
processie [SGV (1914)]
III-3-3
|
17742 |
proeven |
proeven:
preuve (Q032a Puth, ...
Q032a Puth,
Q032a Puth)
|
proeven [SGV (1914)], [SGV (1914)] || proeven [pruuve, pruujve] [N 10 (1961)]
III-1-1, III-2-3
|
18221 |
pronken |
pronken:
bronke (Q032a Puth, ...
Q032a Puth)
|
prijken [SGV (1914)] || pronken [SGV (1914)]
III-1-3
|
18190 |
pronkveer op een hoed |
veer:
vaer (Q032a Puth)
|
pronkveer op een hoed [N 25 (1964)]
III-1-3
|
22310 |
proppenschieter |
klambus:
klambös (Q032a Puth, ...
Q032a Puth),
klapbus:
klabös (Q032a Puth)
|
Klakkebus (speelgoed gemaakt van vlierehout om proppen mee weg te schieten) [knaptoet, kraaktuut, proppesjeeter, klambös]. [N 06 (1960)]
III-3-2
|