e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Puth

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vagevuur vagevuur: vagevuur (Puth) vagevuur [SGV (1914)] III-3-3
vagina, geslachtsorgaan van de merrie kling: kleŋ (Puth), lijf: līf (Puth) Het uitwendig zichtbare geslachtsdeel. [JG 1a, 1b; N 8, 35, 39b en 40] I-9
valgordijn, rolgordijn valgordijn: valgordien (Puth) valgordijn [SGV (1914)] III-2-1
vallen vallen: valle (Puth) vallen [SGV (1914)] III-1-2
vals vals: valsj (Puth) valsch [SGV (1914)] III-1-4
van de leg afraken van de leg af: van dǝ lęk āf (Puth) [N 19, 50b; N 19, Q 111 add.; monogr.] I-12
van veren wisselen ruizelen: rȳzǝlǝ (Puth) [N 19, 51; L 6, 20; L 42, 5; L 48, 10; A 26, 8; Lu 2, 10; Lu 4, 8; S 30; JG 1a, 1b, 2a-2, 12, 2c; monogr.] I-12
vangen vangen: vange (Puth), vangə (Puth) vangen [DC 02 (1932)] III-1-2
varken varken: vęrkǝ (Puth), vɛrkǝ (Puth) Bedoeld wordt een varken in het algemeen, niet geslachtelijk of naar leeftijd onderscheiden. [N 19, 1; N M, 7; N C; N C, add.; RND 46 en 84; L 8, 19; L 8, 32; L mon.; S 39; JG 1a, 1b, 2c add.; R (s] I-12
varken (bijzondere namen) kuus: kyš (Puth) In de Nijmeegse vragenlijst 19 vraag 2 werd gevraagd: "Kent uw dialect bijzondere namen voor varken?" In het lemma ''varken'' (1.1.1) zijn de algemene benamingen voor het varken ondergebracht; in dit lemma de bijzondere. Er is overlapping in de naamgeving. [N 19, 2; monogr.; Vld] I-12