32952 |
het hooi is binnen |
is binnen:
es˱ bęnǝ (Q032a Puth)
|
Gevraagd werd naar de dialekt-weergave van de uitdrukking "Het hooi is binnen". In Q 100 vult de zegsman dan aan: "Het hooi is onder de pannen ... en den erme man is oet de sjuur." Het onderwerp van de gegeven uitdrukkingen is steeds: hooi. [N 14, 127]
I-3
|
19638 |
het licht aandoen |
het licht aanmaken:
⁄t leech aanmake (Q032a Puth)
|
Wat zegt u tegen \'het licht aansteken\'? (aandoen, aanmaken, aandraaien) [N 104 (2000)]
III-2-1
|
34005 |
het paard leiden |
leiden:
lęi̯ǝ (Q032a Puth)
|
Het paard leiden of mennen door het met de teugels te sturen. Werkwoorden zoals varen en leiden werden niet door alle corresponenten gegeven. [N 8, 100 en 101b; Wi 25; monogr.]
I-10
|
34006 |
het paard met een enkele lijn leiden |
op een enkele lijn varen:
ǫp ǝn eŋkǝl līn vārǝ (Q032a Puth)
|
Het paard mennen met een lijn die uit twee delen bestaat, één dat via de rug van het paard de twee uiteinden van het gebit verbindt (cf. lemma Loenje), en een enkele lijn die aan het achterste einde van de eerste bevestigd is (cf. lemma Kordeel, Hotlijn). Die enkele lijn, het kordeel, houdt de voerman in de hand. Om het paard links te doen afslaan, houdt hij die strak gespannen; om het rechts te doen afzwenken, trekt hij met kleine schokjes (stuiklijn). Werkwoorden zoals varen en leiden werden niet door alle corresponenten gegeven. [JG 1b; N 8, 101a; N 13, 29; monogr.]
I-10
|
33921 |
het paard wennen aan tuig en arbeid |
aanspannen:
ānšpanǝ (Q032a Puth)
|
[N 8, 99]
I-9
|
21436 |
het volle bedrag |
met niks ervanaf:
mitniks devanaaf (Q032a Puth)
|
volle bedrag, de gehele som, zonder korting [de hele poet, de volle roefel, de hele paaj?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
19768 |
het vuur aansteken |
aansteken:
astêke (Q032a Puth)
|
aanstoken [SGV (1914)]
III-2-1
|
19415 |
het vuur doven |
laten uitgaan:
(⁄t vuur) laote oetgôô (Q032a Puth),
uitdoen:
⁄t vuur oet doon (Q032a Puth),
⁄t vuur oetdoon (Q032a Puth),
uitmaken:
hîê héét ⁄t vuur oetgemaak (Q032a Puth)
|
doven, laten uitgaan, gezegd van vuur in de kachel [N 07 (1961)]
III-2-1
|
20678 |
hete bliksem |
hete bliksem:
heite bliksem (Q032a Puth)
|
Stamppot van appelen en aardappelen (appelprul, hemel en aarde, hete bleksem, onder en boven de tafel, hoog en laag?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
20404 |
heten |
heten:
heische (Q032a Puth),
heite (Q032a Puth)
|
heeten [SGV (1914)] || heten [DC 37 (1964)]
III-2-2
|