e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q012p plaats=Rekem

Overzicht

Gevonden: 3899
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dragen dragen: drage (Rekem, ... ), dragen (Rekem), drāgə (Rekem) dragen [ZND 25 (1937)], [ZND m] III-1-2
drank drinken: drénkə (Rekem) drank; Hoe noemt U: Dat wat gedronken wordt (drinken, soopje, zuip) [N 80 (1980)] III-2-3
draven draven: drāvǝ (Rekem) In draf gaan, een actieve twee-tempogang, waarbij een diagonaal benenpaar gelijkmatig wordt opgeheven en weer neergezet, bijv. eerst linkervoorbeen en rechterachterbeen, daarna beide andere benen, met daartussen een zweefmoment. Zie afbeelding 9. [JG 1b; N 8, 81b en 81d] I-9
dreef allee (<fr.): Van Dale: allee (&lt;Fr.), laan, brede weg tussen twee of meer rijen bomen.  alɛj (Rekem), dreef: drēͅf (Rekem), drɛ:f (Rekem), drɛ̄f (Rekem), ee= è in père  dreef (Rekem) dreef [ZND 01 (1922)], [ZND m] || een lange dreef [ZND 23 (1937)] III-3-1
dressoir kast: kàs (Rekem) Kast zonder opbouw, voor zilver- of glaswerk (dressoir, lage kast, zilverkast) [N 79 (1979)] III-2-1
driespeen scheve uier: šęi̯vǝn øi̯ǝr (Rekem) Koeuier die slechts uit drie kwartieren melk geeft. Sommige woordtypen kunnen duiden op een koe die een uier met drie spenen heeft. [N 3A, 117] I-11
driftig colrig (<fr.): klɛ̄rəx (Rekem), driftig: drĕftəx (Rekem), kwaad: kuət (Rekem), als boer  koed (Rekem) driftig [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] III-1-4
driftig lopen gejaagd zijn: gejaagd zeen (Rekem) Driftig lopen (giftig, gejaagd, kwaad). [N 109 (2001)] III-1-2
drijftol dop: doͅp (Rekem), kokkerel: kokərel (Rekem), koͅkərɛl (Rekem), n koekerel (Rekem) Drijftol (speeltuig door middel van een zweep door kinderen gedreven). [ZND 16 (1934)] || Drijftol. [ZND 01 (1922)] || Een drijftol (bij middel van een zweep gedreven). [ZND B1 (1940sq)] || een priktol [tol met een ijzeren punt die geworpen wordt] bovenhands uitwerpen, om er een andere mee te treffen [kampen, kappen, klodderen] [N 112 (2006)] III-3-2
drijven een voie maken: een voie maken (Rekem  [(Zwartberg / Eisden)]   [Zolder]) Een mijngang of galerij langer maken. [N 95, 383; monogr.; Vwo 291] II-5