e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q012p plaats=Rekem

Overzicht

Gevonden: 3899
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
fluit fluit: fluit (Rekem), fluitje: fluitche (Rekem) Fluit. [Willems (1885)] III-3-2
fluiten fluiten: fluite (Rekem) Fluiten. [Willems (1885)] III-3-2
fluweel, velours velours: flūr (Rekem) Weefsel met een bovenkant met rechtopstaande garenuiteinden, ontstaan door een bijzondere afwerking. De binding bestaat uit een grondweefsel, in effen of keper, waartussen draden, die over grotere afstanden los liggen. Door deze door te snijden en op te borstelen ontstaat een pluche-achtig haardek: pool. Door zacht ruwen wordt het ø̄pluizenø̄ bevorderd, waarna de pool op een bepaalde lengte wordt afgeschoren (Bonthond s.v. ø̄fluweelø̄. [N 62, 78; N 62, 75f; 59, 201; MW; L 1a-m; L 23, 57a; S 9; monogr.] II-7
fluwelen broek velours (fr.) broek: n flure brōk (Rekem), ’n floere brook (Rekem) een fluwelen broek [ZND 23 (1937)] III-1-3
fokmerrie veulensmeer: vø̄ǝ.lǝsmē̜r (Rekem) Een merrie geschikt voor de kweek of die één of meer veulens gehad heeft. Een kweekmeer werkt niet (Q 168), terwijl een veulensmeer ook in de kar loopt (Q 77). In tegenstelling tot een veulensmeer is een kweekmeer gewoonlijk drachtig. Kleinere boeren zorgen ervoor een veulensmeer te hebben, die jaarlijks een veulen werpt, waardoor elk jaar een aanspanner ter beschikking staat. [JG 1a, 1b; N 8, 50b] I-9
fokzeug zoog: zō.x (Rekem) Zeug die men houdt om biggen te winnen. [JG 1a, 1b; N M, 22 add.; monogr.] I-12
fooi kermisgeld: kermisgeld (Rekem) fooi [ZND 35 (1941)] III-3-1
fortuin maken zich weren: Hee zal zich weeren (Rekem) Fortuin. [ZND 35 (1941)] III-3-1
framboos flamboos: flambu’əs (Rekem), framboos: framboes (Rekem) framboos [ZND 34 (1940)] I-7
franje franjel: frangele (Rekem), frāŋəl (Rekem), frāŋələ (Rekem) bedsprei met franjes [ZND 23 (1937)] || franje [ZND 01 (1922)] || Franje. Een randversiering bestaande uit een boordsel met een reeks afhangende draden, meestal in bundels of kwasten bijeen-gehouden [franje, franjel, fraling] [N 114 (2002)] III-1-3