e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Rekem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
koud, mistig en somber weer mistig (weer): mistig  mestəx (Rekem), triestig (weer): triestig weer  tristəx wēͅr (Rekem), zot weer: zot weer  zoͅt wēͅr (Rekem) mistig, heiig [herig, domig, dompig] [N 22 (1963)] || triest, stil weer [koereloeke] [N 22 (1963)] III-4-4
koude drukte maken veel laweit maken: veiel lawejt make (Rekem), veel over get maken: vāl ōͅvər get mākə (Rekem) veel beslag, ophef maken over een zaak [ZND 32 (1939)] III-1-4
koude noordenwind, bijs bijs: bies  bis (Rekem) koude noorderwind [bies] [N 22 (1963)] III-4-4
koudvuur koudvuur: kaaijtvuur (Rekem) Koudvuur: versterf van weefsel of lichaamsdelen door afsluiting van de bloedtoevoer; gangreen (vuur). [N 107 (2001)] III-1-2
kous met knoopjes slobkous: slopkoͅusə (Rekem) kousen met knoopjes die over de gewone kousen worden gedragen [slopkouse, sjlopehaoze, sjloebe] [N 24 (1964)] III-1-3
kous: algemeen hoos: hōs (Rekem, ... ), hoͅ:s (Rekem), kous: kous (Rekem), n kousen]: haos (Rekem) kous [ZND 01 (1922)] || kous (bedekt de voet en het been tot vlak onder of tot boven de knie) [ZND 16 (1934)] || kous, kousen (mv.) [ZND B1 (1940sq)] || kous, lange beenbekleding [haos, hous, sjtrump [N 24 (1964)] || Kous. Wat is de juiste uitspraak van kous (beenbekleding) ? [ZND 47 (1950)] III-1-3
kousenband bindel: beŋəl (Rekem, ... ), kousenband: kousəbant (Rekem) kousenband [ZND 01 (1922)], [ZND B1 (1940sq)], [ZND m] || kousenband om het bovenbeen [bendel, binjel haozebendel, ongerbinjel, kousenbendel] [N 24 (1964)] III-1-3
kouter kouter: kǫu̯.tǝr (Rekem), kouteren: kǫu̯.tǝrǝ (Rekem), kouterenmes: kǫu̯.tǝrǝmɛts (Rekem) Het lange smalle mes dat (achter de voorschaar) aan de ploegboom is bevestigd en dat bij het ploegen de voor vertikaal afsnijdt. [N 11, 31.I.c; N 11A, 85b; JG 1a + 1b; A 26, 4a; L 1 a-m; L 28, 40; Lu 4, 4a; S 19; monogr.] I-1
kraag kraag: kra:x (Rekem, ... ), kraag (Rekem), krāx (Rekem) kraag [ZND 01 (1922)], [ZND 28 (1938)] III-1-3
kraag van een kraagmantel pelerine (<fr.): pelərin (Rekem) kraag, zeer brede ~ van een kraagmantel (vero) [pellerien] [N 23 (1964)] III-1-3