e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Rekem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
krijt krijt: e stûk wit krièt (Rekem), krīt (Rekem) Een stuk wit krijt. [ZND 37 (1941)] || krijt [ZND m] III-3-1
krioelen wemelen: weemele (Rekem), wriemelen: wriemelen (Rekem) Krioelen: zich in alle richtingen dooreen bewegen (krioelen, kriemelen, wriemelen, friemelen, wemelen) [N 108 (2001)] III-1-2
kroep kroep: krop (Rekem), krôp (Rekem) Kroep: ontsteking van het strottehoofd en de luchtpijp die door afzettingen op het slijmvlies gevaar van verstikking met zich meebrengt (kroep, krop, pip). [N 107 (2001)] III-1-2
kroeshaar kroezelen: kroezelen (Rekem) Kroeshaar (kroezelen, kroezelhaar). [N 109 (2001)] III-1-1
krommen, ombuigen buigen: buige (Rekem), omkrullen: omkroelə (Rekem), omplooien: omplooien (Rekem), umploeëje (Rekem) krommen [ZND 01 (1922)] || Krommen: een kromme gebogen vorm doen aannemen (krommen, buigen, draaien, krom maken) [N 108 (2001)] || Ombuigen: een andere richting geven (ombuigen, (om)plooien) [N 108 (2001)] III-1-2
kroonlijst kornis: kǝrneš (Rekem) Uitspringende sierstrook van bakstenen boven aan de gevel, juist onder de dakgoot. Het woordtype 'muizetand' is specifiek van toepassing op een laag metselwerk waarbij de koppen van de stenen overhoeks worden gelegd, zodat de driehoekige voorsprongen schuine tanden vormen. [N 31, 30a; L 12, 9; monogr.; div.] II-9
kruidnagel groffelnagel: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m, 15-10  grófəlnagəl (Rekem), gərufəlnāgl (Rekem), groffelsnagel: groͅfəlsnagəl (Rekem) een kruidnagel (specerij, met een scherpe smaak, in de vorm van een spijker; Fr. clou de girofle) [ZND 01u (1924)] || kruidnagel [ZND B2 (1940sq)] III-2-3
kruidwis kruidwis: gewoonlijk kroedwech alleen, soms ook bloemen uit den hof zonder juist n bepaalde soort te noemen. Men ziet nog thans veel junkertjes in de garven  kroedwech (Rekem), vooral die plant die men ten onzent noemt: krutwoes: vrij hooge bloem met kleine gele bloesems; de wetenschappelijke naam weet ik niet  krutwoes (Rekem) Welke kruiden doet (deed) men in die kruidwis? [ZND 17 (1935)] III-3-2
kruidwis wijden {ja}: bestaat nog altijd  / (Rekem), ja  / (Rekem) Bestaat (bestond?) het gebruik op die dag een kruidwis te wijden? [ZND 17 (1935)] III-3-2
kruien kruien: krȳi̯ǝ (Rekem), kruigen: krugǝ (Rekem), met de/een kruikar varen: męt˱ dǝ krukar vārǝ (Rekem), varen: vārǝ (Rekem), wegvaren: wɛx˲vārǝ (Rekem) Een last met de kruiwagen vervoeren. [N 18, 100 add; Wi 33; S 19; L 29, 4; L 1a-m; RND 97; A 42, 13 add + 16 add; monogr.] I-13