e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Rekem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
luiden luiden: də kloͅk lūjə (Rekem), lu:jə (Rekem), lūjə (Rekem) De klok luiden. [ZND 30 (1939)] || Luiden. [ZND 01 (1922)], [ZND m] III-3-3
luiden voor de mis luiden voor de mis: ət luət fōͅr də mɛs (Rekem) Het luidt voor de mis. [ZND 30 (1939)] III-3-3
luier kinderdoek: keͅŋərdøk (Rekem), windel: wengəl (Rekem), weŋəl (Rekem) luier (kinderdoek) [ZND 01u (1924)] || luier [winjel, luur, kindsdoek, pisdoek, huik] [N 25 (1964)] || luiers (kinderdoeken) [ZND B1 (1940sq)] III-2-2
luiermand kindskorf: kinsjkêrf (Rekem) korf of mand waarin de doeken of luiers van de kleine kinderen wordt bewaard? [ZND 37 (1941)] III-2-2
luilak luierik: ook materiaal znd 30, 42 (luiaard)  loejərək (Rekem) luilak [ZND 01 (1922)] III-1-4
luisteren luisteren: gōt lystərə (Rekem), lys.tərə (Rekem), lystərə (Rekem) goed luisteren [ZND 30 (1939)] || luisteren [ZND 01 (1922)], [ZND m] III-1-1
luns leun: lø̜̄n (Rekem) Metalen spie die door een gat in het uiteinde van de wagenas wordt gestoken om te verhinderen dat het wiel van de as kan afdraaien. Zie ook afb. 216. [N G, 50c; N 17, 63; JG 1a; JG 1b; Wi 13, add.; L 39, 22, add.; div.] II-11
lurken trekken: trékkə (Rekem) lurken; Hoe noemt U: Hoorbaar zuigen aan een pijp (lurken) [N 80 (1980)] III-2-3
lusten goesting hebben: gósting höbbə (Rekem), lusten: verzamelfiche ook mat. van ZND 1 (a-m)  loestə (Rekem), mogen: verzamelfiche ook mat. van ZND 1 (a-m)  mōͅg (Rekem) lusten (die soep lust ik niet) [ZND 30 (1939)] || lusten; Hoe noemt U: Houden van een bepaald soort eten of drinken; zin hebben in eten of drinken (lusten, mogen) [N 80 (1980)] III-2-3
maaibalk kam: kãmp (Rekem) De lange arm aan de maaimachine, voorzien van naar voren stekende driehoekige messen. Zie afbeelding 6, nummer 1. [N J, 1b; monogr.] I-3