e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Rekem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
malooi maalzak: mā.lzak (Rekem), moolvert: mø̄ ̝ǝ.lvǝrt (Rekem  [(vroeger)]  ), zak: zak (Rekem) De hoeveelheid graan die men naar de molen brengt en die groot genoeg is om er één of twee keer van te bakken. Zie ook de toelichting bij de lemmata ɛmaalgoedɛ en ɛbakmeelɛ.' [JG 1a; JG 1b; JG 1c; JG 2c; monogr.; N D, 33 add.] II-3
man man: dēͅ man (Rekem), də man ɛz awt (Rekem), man (Rekem, ... ) die man [ZND 01 (1922)] || man [ZND 11 (1925)] || Man. Die man is oud. [ZND 05 (1924)] III-3-1
manchetknoop manchettenknoopje: məšeͅtəkøͅypkəs (Rekem) manchetknoopjes [N 23 (1964)] III-1-3
mand mand: manj (Rekem  [(meervoud: mɛ̄nt)]  ), mandel: mandǝl (Rekem) De algemene benaming voor een uit wissen gevlochten mand. Zie ook afb. 284. Uit het materiaal blijkt dat er niet altijd een onderscheid wordt gemaakt tussen de woorden mand en korf. Als dat wel wordt gedaan, duidt men met het eerste woord eerder een mand met oren aan, terwijl men het tweede gebruikt voor een mand met een hengsel (vgl. Janssens, pag. 24 e.v.). Zie ook het lemma ɛkorfɛ.' [N 20, 48; N 40, 37; L 1 a-m; S 23; monogr.] II-12
manen manen: mānǝ (Rekem) Het lange nekhaar bij een paard. Paarden worden vaak onderscheiden naar de kleur van de manen (zie paragraaf 4.1). Zie afbeelding 2.13. [JG 1a, 1b; N 8, 21] I-9
mangel, wringer wringer: vréngər (Rekem) Toestel met tegen elkaar draaiende cilinders om gewassen linnengoed glad te maken (mangel, wringer) [N 79 (1979)] III-2-1
manken mank lopen: mank lopen (Rekem), manken: manke (Rekem) Gebrekkig lopen door bijv. ongelijke lengte van de benen (hompe(le)n, manken, lammen, mank lopen). [N 107 (2001)] III-1-2
mankeren mankeren: maŋkērə (Rekem) mankeren [ZND 01 (1922)] III-1-2
mannelijk kalf durenkalf: dø̄ǝ.rǝ[kalf] (Rekem) [N 3A, 15; N C, 7a; JG 1a, 1b; A 9, 17a; Gwn V, 5a; monogr.] I-11
mannelijk kalf dat van tanden begint te wisselen duur: dø̄ǝr (Rekem) Algemeen kan men zeggen dat het hier gaat om een kalf van ongeveer één jaar oud. [N 3A, 16; add. uit N 3A, 15] I-11