22319 |
nieuwjaar |
nieuwjaar:
nowjaor (Q012p Rekem)
|
Zalig (of Gelukkig, enz.) Nieuwjaar! [ZND 05 (1924)]
III-3-2
|
17724 |
nieuwsgierig kijken |
gapen:
gapen (Q012p Rekem, ...
Q012p Rekem)
|
Nieuwsgierig kijken (gapen, curieus kijken, spitsmoelen) [N 109 (2001)]
III-1-1
|
18020 |
niezen |
niesten:
ne:stə (Q012p Rekem),
nēstə (Q012p Rekem)
|
niezen [ZND 05 (1924)], [ZND m]
III-1-2
|
18122 |
nijdnagel |
kroonnagel:
krooinnagel (Q012p Rekem),
nagelrand:
nāgəlraŋk (Q012p Rekem),
nagelreen:
nagəlrɛn (Q012p Rekem),
nijnagel:
naejnēͅgəl (Q012p Rekem)
|
ik heb een nijdnagel (waar de huid langs de vingernagel inscheurt) [ZND 31 (1939)] || ik heb twee nijdnagels (bijwas langs de vingernagel; Fr. envie) [ZND 05 (1924)] || nijdnagel (bijwas aan de vingernagel) [ZND B1 (1940sq)]
III-1-2
|
30857 |
nijptang |
pitstang:
petštaŋ (Q012p Rekem),
tang:
taŋ (Q012p Rekem)
|
In dit lemma zijn de benamingen opgenomen voor tangen van diverse vorm en grootte die vooral dienen om spijkers uit trekken, maar vaak ook gebruikt worden om draadnagels of metaaldraad af te knippen. Zie ook afb. 144. Uit het Leuvens materiaal L B2, 228-229 blijkt, dat het woordtype trektang vooral de benaming is voor een vrij grote tang waarmee spijkers kunnen worden uitgetrokken. [N 33, 180; N 64, 47b; L B2, 228-229; monogr.; div.]
II-11
|
21401 |
niks waard |
niks waard:
dad ɛs niks wɛ̄rt (Q012p Rekem)
|
Dat is niets waard. [ZND 08 (1925)]
III-3-1
|
20504 |
nippen |
pitsen:
pitsə (Q012p Rekem)
|
Hoe noemt U: Met kleine beetjes drinken (pisen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
25560 |
nog niet uitgerezen deeg |
niet gevuld:
nēt xǝvøld (Q012p Rekem)
|
[N 29, 26a; monogr.]
II-1
|
30213 |
nok |
vorst:
vērs (Q012p Rekem),
vē̜rs (Q012p Rekem),
vorstboom:
vērs˱bǫwm (Q012p Rekem)
|
De bovenste liggende balk in het dakgebint waartegen de kepers rusten. De nokgording heeft doorgaans een doorsnede van 9,5 x 9,5 cm. Onder nok of vorst verstaat men ook dikwijls het hoogst gelegen gedeelte van een dak, de dakbedekking inbegrepen. Zie ook het lemma 'ruiter' en afb. 49j en 85. [S 41; N 32, 43d; N 54, 161; L 8, 66a; L 12, 9; L B1, 169; monogr.; div.; Vld.]
II-9
|
19455 |
noodbed, kermisbed |
paljas:
paljas (Q012p Rekem)
|
noodbed, kermisbed [ZND 40 (1942)]
III-2-1
|