e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Rekem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nieuwjaar nieuwjaar: nowjaor (Rekem) Zalig (of Gelukkig, enz.) Nieuwjaar! [ZND 05 (1924)] III-3-2
nieuwsgierig kijken gapen: gapen (Rekem, ... ) Nieuwsgierig kijken (gapen, curieus kijken, spitsmoelen) [N 109 (2001)] III-1-1
niezen niesten: ne:stə (Rekem), nēstə (Rekem) niezen [ZND 05 (1924)], [ZND m] III-1-2
nijdnagel kroonnagel: krooinnagel (Rekem), nagelrand: nāgəlraŋk (Rekem), nagelreen: nagəlrɛn (Rekem), nijnagel: naejnēͅgəl (Rekem) ik heb een nijdnagel (waar de huid langs de vingernagel inscheurt) [ZND 31 (1939)] || ik heb twee nijdnagels (bijwas langs de vingernagel; Fr. envie) [ZND 05 (1924)] || nijdnagel (bijwas aan de vingernagel) [ZND B1 (1940sq)] III-1-2
nijptang pitstang: petštaŋ (Rekem), tang: taŋ (Rekem) In dit lemma zijn de benamingen opgenomen voor tangen van diverse vorm en grootte die vooral dienen om spijkers uit trekken, maar vaak ook gebruikt worden om draadnagels of metaaldraad af te knippen. Zie ook afb. 144. Uit het Leuvens materiaal L B2, 228-229 blijkt, dat het woordtype trektang vooral de benaming is voor een vrij grote tang waarmee spijkers kunnen worden uitgetrokken. [N 33, 180; N 64, 47b; L B2, 228-229; monogr.; div.] II-11
niks waard niks waard: dad ɛs niks wɛ̄rt (Rekem) Dat is niets waard. [ZND 08 (1925)] III-3-1
nippen pitsen: pitsə (Rekem) Hoe noemt U: Met kleine beetjes drinken (pisen) [N 80 (1980)] III-2-3
nog niet uitgerezen deeg niet gevuld: nēt xǝvøld (Rekem) [N 29, 26a; monogr.] II-1
nok vorst: vērs (Rekem), vē̜rs (Rekem), vorstboom: vērs˱bǫwm (Rekem) De bovenste liggende balk in het dakgebint waartegen de kepers rusten. De nokgording heeft doorgaans een doorsnede van 9,5 x 9,5 cm. Onder nok of vorst verstaat men ook dikwijls het hoogst gelegen gedeelte van een dak, de dakbedekking inbegrepen. Zie ook het lemma 'ruiter' en afb. 49j en 85. [S 41; N 32, 43d; N 54, 161; L 8, 66a; L 12, 9; L B1, 169; monogr.; div.; Vld.] II-9
noodbed, kermisbed paljas: paljas (Rekem) noodbed, kermisbed [ZND 40 (1942)] III-2-1