| 18199 |
openbroek met linten |
open broek:
opəbrok (Q012p Rekem)
|
vrouwen (onder)broek (vero) met zijsplitten en voorzien van linten in de pijpband waarmee de kousen worden vastgemaakt [boks] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
| 18163 |
opereren |
opereren:
opereren (Q012p Rekem, ...
Q012p Rekem)
|
Opereren: een operatie verrichten (opereren, vlijmen, snijden). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
| 27244 |
ophaalmachinist |
machinist:
machinist (Q012p Rekem
[(Zwartberg / Eisden)]
[Zwartberg, Waterschei])
|
De arbeider die de ophaalmachine bedient. [N 95, 134; monogr.]
II-5
|
| 18218 |
ophanger |
hangsel:
hinksel (Q012p Rekem),
jasophanger:
jasophɛŋǝr (Q012p Rekem)
|
Het lusje waarmee men de jas kan ophangen. [N 59, 125; Gi 1.IV, 37] || Lintje. Hoe heet het lintje of snoer om een jas op te hangen? [ZND 37 (1941)]
II-7, III-1-3
|
| 25150 |
opklaren |
opklaren:
opklaoren
opklōͅrə (Q012p Rekem),
optrekken:
optrekken
optreͅkə (Q012p Rekem)
|
opklaren, helder worden [op-, doorweere, optrekken, afzomen, zich klaren, opklaren] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
| 27701 |
opleidingsgebouw |
t.w.i.-lokaal:
t.w.i.-lokaal (Q012p Rekem
[(Zwartberg / Eisden)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Plaats waar men de aankomende mijnwerker in het vak schoolt. Met de afkorting T.W.I. wordt bedoeld "Training Works Instructions". De Bovengrondse Vakschool, de B.V.S., leidde op tot bankwerker en elektricien (Kemp pag. 35). [N 95, 24; N 95, 24 add.]
II-5
|
| 19235 |
opnieuw beginnen |
opnieuw beginnen:
opnoows beginne (Q012p Rekem),
opternieuw beginnen:
oppernoows beginne (Q012p Rekem)
|
opnieuw beginnen: veel dialecten kennen nog andere woorden dan opnieuw [ZND 40 (1942)]
III-1-4
|
| 32928 |
opper |
huist:
ū.s (Q012p Rekem)
|
De grootste soort hooihoop in het veld. [N 14, 112 en 111 add.; JG 1a, 1b, 2c; A 10, 20; A 16, 3b; A 42, 20b; L 38, 38b; monogr.]
I-3
|
| 17566 |
opperhuid |
vel:
vel (Q012p Rekem, ...
Q012p Rekem)
|
Opperhuid (huid, bovenhuid, -vel). [N 109 (2001)]
III-1-1
|
| 25513 |
oppoken |
rochelen:
rǭxǝlǝ (Q012p Rekem)
|
Het vuur oppoken. [N 29, 8a; OB 2, 2b; monogr.]
II-1
|