e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Rekem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pannenstrijker troffel: trofǝl (Rekem) Smalle, lange troffel die wordt gebuikt om specie tussen de pannen te strijken. Zie ook afb. 77. [N 30, 8d; monogr.] II-9
pannentang kniptang: kneptaŋ (Rekem) Lange nijptang waarmee de dakdekker stukken van pannen afknipt wanneer ze aan het ondereinde een schuine richting moeten hebben. Zie ook afb. 76. [N 30, 17; monogr.] II-9
pantoffel pantoffel: pantoffel (Rekem), slof: eine slaaf (Rekem) pantoffel [ZND 40 (1942)] III-1-3
pap brij: brej (Rekem), pap: pap (Rekem), pàp (Rekem) brij [ZND 01 (1922)] || brij; Hoe noemt U: Half vast, half vloeibaar gekookt gerecht van een heel of half gemalen graansoort (gort of meel) of rijst (brij, kwet, prol, pap) [N 80 (1980)] III-2-3
papier papier: pampe:r (Rekem), papier verfroemelen (Rekem) papier [ZND m] || papier frommelen, verfrommelen [ZND 35 (1941)] III-3-1
papperig, opgeblazen persoon dikzak: dikzak (Rekem, ... ) Dik, pafferig (papperig, vet, maf). [N 109 (2001)] || Opgeblazen van lijf (pafferig, pappetig, poesterig, opgezwollen). [N 109 (2001)] III-1-1
paraplu paraplu: paerəply (Rekem), peͅrəply (Rekem), ’n paraplu (Rekem) paraplu [N 23 (1964)], [ZND 40 (1942)], [ZND m] III-1-3
parelen brobbelen: bróbbələ (Rekem) parelen; Hoe noemt U: Opstijgen van luchtbelletjes in drank (parelen, kriezelen, grinselen) [N 80 (1980)] III-2-3
paren van de duiven paren: pā.rə (Rekem) Paren [van de duiven]. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
parfum reuksel: ruuksel (Rekem) Parfum. Reukstof in geconcentreerde vorm [parfum, odeur, reuksel] [N 114 (2002)] III-1-3