e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Rekem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
poffing, zwelling soufflage: soufflage (Rekem  [(Zwartberg / Eisden)]   [Zwartberg]) Het omhoogkomen van de vloer van een mijngang tengevolge van druk op het gesteente. [monogr.; Vwo 720] II-5
pofmouw pofmouw: poͅfmoͅuwə (Rekem) pofmouw van jurk of blouse [N 23 (1964)] III-1-3
poken keuteren: kêûtərə (Rekem), ragelen: raochelen (Rekem), rōxələ (Rekem) in de kachel poken [ZND 40 (1942)] || Met een pook in de kachel of het vuur porren (poken, peuteren, rakelen, koteren) [N 79 (1979)] || poken [ZND m] III-2-1
politie gendarmen (<fr.): de genderme hèbbe hm aangehaawen (Rekem), politie (< lat.): de politie heedt hun gepakt (Rekem) De politie heeft hem aangehouden. [ZND 33 (1940)] III-3-1
politieagent diender: dēndər (Rekem), overgenomen uit het Maastrichts  dēnder (Rekem), politieagent: `n politieagent (Rekem) Hoe heet &lt;&lt; een politieagent &gt;&gt; ? [ZND 40 (1942)] || politieagent [ZND m] || Politieagent. [ZND 05 (1924)] III-3-1
pollepel potlepel: poͅtlēͅpəl (Rekem) pollepel [ZND 04 (1924)] III-2-1
pols pols: pols (Rekem, ... ) Een pols: plaats boven het handgewricht [N 106 (2001)] III-1-1
polsmof mof: mof (Rekem), moffel: mofəl (Rekem) een polsmof - korte, gebreide stukken, die over de voorarm worden aangetrokken tegen de koude [ZND 34 (1940)] || polsmof, kort gebreid kledingstuk ter verwarming van pols en hand [sjtoek, polsmof, handmufke, armmufke, molleke, moefke] [N 23 (1964)] III-1-3
pommelee, appelschimmel (een) geappelde: gapǝldǝ (Rekem), appelschimmel: apǝlšømǝl (Rekem) Paard met ronde, glanzende plekken in de vorm van appels in het haarkleed, van binnen wit en van buiten zwart. De afwisseling van zwarte en witte haren vormt een cirkelvormig patroon, vooral op de schouders en het kruis. [JG 1a, 1b; N 8, 63c, 63d en 63e] I-9
pompen pompen: pōmpǝ (Rekem) Eén van de poten bewegen om zo het bloed beter te laten uitstromen nadat de keel van het dier is doorgesneden. [N 28, 14; monogr.] II-1